oktober 2005
‘Geef het volk Brood en Spelen.’ Zelfs de Romeinen waren zich al van deze moeilijk te betwisten waarheid bewust. Brood komt tegenwoordig tot ons via gestandaardiseerde productieprocessen en supermarkten alwaar oneindige rijen exotische productvarianten ons aangapen, wachtend om gekocht en geconsumeerd te worden. Spelen worden heden ten dage voor ons gerealiseerd door grote multimediaconcerns als Endemol. Volkse huiskamerspelen als domino worden verheven tot nationale happenings via mediale spektakelstukken als Domino D-Day. Prachtig en hoogstaand entertainment, onze geesten in een collectief en extatisch gevoel van verwondering stortend: dit zijn de exponenten van onze technologische cultuur waar we ons avond na avond aan mogen vergapen.
Totdat een eenvoudige mus dit tot in de puntjes georchestreerde spektakel dreigde te verstoren. Alles voor de Spelen: exit mus. Deze op het eerste gezicht onschuldige en zelfs redelijk logische actie van de organisatie bleek echter onverwacht vervelende consequenties te hebben. De dierenbescherming sprong op de barricades voor dit volgens de Flora en Faunawet bedreigde vogeltje. Deze wereldschokkende aantasting van de integriteit van het dierlijke leven beheerste dagenlang het nieuws. Nederland in rep en roer (de sarcastische ondertoon in deze zin wil overigens niet impliceren dat ik voorstander ben van het op grote schaal executeren van deze Hitchcockiaanse bedreiging voor onze spektakelmaatschappij. Mussen zijn tenslotte vogels, geen terroristen). Radio-icoon Ruud de Wild riep zelfs op om Domino D-Day op grote schaal te saboteren. Eindelijk de burgerlijke ongehoorzaamheid die misschien wel eens nodig zou zijn om onze door angst en paranoia lamgeslagen samenleving wakker te schudden?
Even kreeg ik weer hoop. Heel even maar. Want dat deze nieuwe burgerlijke ongehoorzaamheid echter een nogal arbitrair gegeven is, was al snel af te lezen uit het grotendeels uitblijven van maatschappelijke reactie op een ander nieuwsfeit van iets eerder, dat in mijn ogen toch fundamenteler is dan het bloeddorstig elimineren van een mus. Ik doel hier op het in de woestijn dumpen van mensen die met gevaar voor eigen leven ons welvarende Fort Europa probeerden binnen te komen. Afrikaanse migranten die via de Spaanse enclave Gibraltar de vlucht naar een (hopelijk) beter leven waagden. En daarin faalden. Om vervolgens door de autoriteiten een slordige tweehonderd kilometer verwijderd van de bewoonde wereld zonder noemenswaardige water of voedselvoorraden in de Afrikaanse woestijn gedumpt te worden. Ik weet niet wat erger steekt, het feit dat dit anno 2005 daadwerkelijk gebeurt, of het feit dat het de bevolking van onze beschaafde wereld niet uitmaakt dat het gebeurt. Zij waren rond die tijd namelijk gepreoccupeerd met het vreselijke lot dat de eerdergenoemde mus beschoren was.
Life is all about priorities, weet u wel. Als we migranten nu in de toekomst als ‘bedreigde vogelsoort’ gaan categoriseren in plaats van als ‘potentieel bedreigend element voor onze beschaafde samenleving’, misschien dat zij dan kunnen rekenen op wat meer sympathie.