maandag 29 december 2008

Brave New World

januari 2006

De hel is losgebroken hier op mijn rustige Maastrichtse studentenkamertje. Ik moet namelijk een nieuwe computer aanschaffen. Uit mijn huidige PC-tje komt nog net geen rook en hij valt nog net niet uit elkaar. Met het oog op een te schrijven scriptie lijkt het dus van redelijk belang om te zorgen voor adequate vervanging. Makkelijk zat zou je zo zeggen.

Nou niet dus. Ik als computeranalfabeet en iemand die op zijn zachts gezegd redelijk sceptisch staat tegenover de verregaande technologisering van het menselijk samenleven wordt opeens geconfronteerd met 4X USB 2.0 aansluitingen, 9-in-1 kaartlezers en processors met HT Technologie die mijn Qmotion het hart van mijn digitale wereld kunnen maken. Juist ja. Afgezien van het feit dat ik nu dus het grootste deel van mijn tijd loeivervelende verkooppraatjes van enthousiaste computeradepten moet aanhoren vraag ik me af wat de toegevoegde waarde is van het feit dat ik tegenwoordig op de bank kan zitten en via mijn televisie foto’s kan kijken die dan staan op een PC, waarop mijn 15 jarige neefje tegelijkertijd een online-strategygame zit te spelen met iemand die zich effectief twee deuren verder bevindt. Ik zie het voordeel niet echt moet ik zeggen. Wij speelden vroeger gewoon soldaatje in het bos met zelfgemaakte wapens en vooral onze eigen fantasie. Zijn dit daadwerkelijk de technologische innovaties die ons als menselijk ras verder brengen, ons leren hoe we beter met elkaar kunnen omgaan en de samenleving ‘an sich’ verbeteren? Als we alle reclamefolders en digitale enthousiastelingen mogen geloven wel natuurlijk. Zolang ons absolute geloof in innovatie gekoppeld blijft aan wetenschap en techniek zal elk nieuw artefact ons leven op een bepaalde manier verbeteren en comfortabeler maken. En comfort blijft uiteraard ons hoofdstreven in dit leven. Maar toch?

Zoals gezegd, wat dit betreft kan ik nogal eens vervallen in nogal sceptische analyses met betrekking tot techniek – waarin natuurlijk dan ook meespeelt dat ik er nou eenmaal de ballen van snap. Maar laat ik even onze communicatietechnologieën als e-mail en de mobiele telefoon – er zijn tegenwoordig meer mobiele telefoons in Nederland dan ons land inwoners telt trouwens – als voorbeeld nemen. Een verrijking voor ieders leven, je bent nu namelijk overal bereikbaar en dat is handig. Tuurlijk. Afgezien van het zich onder de nieuwe generatie duidelijk manifesterende onvermogen om afspraken te maken en na te komen – je kunt elkaar immers altijd effe snel bellen – las ik van de week een artikel in de krant over een nieuw fenomeen genaamd digitale stress. Dat is de stress die ontstaat wanneer je vanuit je werk overstelpt wordt met e-mailverkeer en je altijd en overal bereikbaar bent via je mobiele telefoon. Het moderne informatiebombardement dat dagelijks op de gemiddelde mens wordt afgevuurd zeg maar. Okee dan, je kunt je computer ook gewoon uitzetten en je telefoon thuislaten als je naar de kroeg gaat. Maar uit een hiermee samenhangend onderzoek blijkt dat men dat dus weer niet vindt kunnen: het feit dat de mogelijkheid tot bereikbaarheid bestaat impliceert dus kennelijk ook dat je dan ook daadwerkelijk overal en altijd bereikbaar moet zijn. Et voilá: we hebben er een nieuwe welvaartsziekte bij.
‘We worden gevormd door onze technologieën,’ schreef Marshall McLuhan ooit: ‘Een technische verandering wijzigt niet alleen onze leefgewoonten, maar ook de denkpatronen en waardestelsels.’ Als we ons deze niet te betwisten waarheid realiseren is onze extreme fascinatie met technische verbetering misschien ineens een stuk logischer. Of een stuk minder logisch, ligt eraan hoe je het bekijkt. Begrijp me niet verkeerd, ook ik ben blij dat ik kan zwelgen in het comfort en de veiligheid die de moderne wetenschap ons heeft gegeven, maar ik weiger gedehumaniseerd te worden door diezelfde technologieën om mij heen. Ik prefereer het hebben van een vrije geest boven het als een slaaf onderworpen worden aan het nieuwe techniekfascisme. Ik prefereer dan ook nog steeds de chaotische maar in ieder geval in de daadwerkelijke realiteit gegronde wereld van mijn studentenkamertje boven een digitale maar onwerkelijke brave new world.