maandag 26 oktober 2009

Zevenentwintig worden.

oktober 2009

Het is net na twaalven. Ik ben vandaag officieel jarig. Bouwjaar 1982. Jaar des heren 2009. Een simpele berekening leert dat ik inmiddels weer zeventwintig word vandaag. De dertig nadert en in een door jeugdigheid geobsedeerde cultuur is dat natuurlijk niet goed. Ouderdom wordt niet meer zoals vroeger geassocieerd met levenswijsheid maar met verval. Weer een jaar dichter bij de dood. Bah zeg.

Er zijn mensen die meer bereikt hebben als ze zeventwintig worden. Mensen die al een echt eigen huis kunnen kopen. Mensen die een echte baan hebben die ze met een beetje geluk ook nog echt leuk vinden. Als ze dat niet vinden hebben ze daarentegen wel geld om leuke dingen te doen. Als ze tenminste tijd overhouden. Mensen die al getrouwd zijn en kinderen hebben enzo. Die op zondag hun familie ontvangen en dan koffie drinken en taart eten en over het werk en de kinderen en de buren en de tuin praten.

Ik ben weer eens blut en heb gewoon een kater omdat het punkrockfestijn in Leuven gisteren weer eens erg gezellig was met veel vrienden uit alle windstreken. Ik heb de hele dag wat op een gitaar gepingeld omdat ik liedjes maken interessanter vind dan taart eten. Wat ik overigens ook heb gedaan vandaag. Op een boerderij op het Gelderse platteland. Goed weekend in zijn geheel bezien. Vrijdagavond lauwe blikken pauperbier van de Aldi staan drinken op straat in België omringd door onverstaanbare Westvlamingen terwijl de eigenaar van de betreffende kroeg net vertelt dat er geen geld is om de bands te kunnen betalen. Nou ja. Het heeft ook wat, en we komen tenminste ergens. Dat dan weer wel.

Moet je op je zevenentwintigste al iets bereikt hebben? Of moet je gewoon nog steeds lol hebben in het leven? Van verjaardagen wordt de mens af en toe een beetje contemplatief. Ik heb geen geld en geen werk. Scheelt gezeur van de baas zullen we maar zeggen. Ik ben vrijgezel omdat het samenwonen toch niet zo goed werkte als zou moeten. Blij toe. Ik moet weer eens mijn huis uit en trek door naar het volgende tijdelijke onderkomen. Waar ik me weer even thuis kan voelen. Ik heb teveel linkserige idealen waar niemand echt op zit te wachten in het huidige tijdsgewricht en maak graag muziek met allerlei bandjes. Ik heb een grote groep vrienden waar ik graag lol mee mag trappen. Ik ben tenminste niet in Somalië geboren en ben omringd door supermarkten die mij voorzien van eten en drinken. Ik ben dan wel vaak ontevreden over de staat van de wereld maar ik heb tenminste geen trauma's en geen gruwelijk verleden als kindsoldaat. Ik ben niet verslaafd aan de één of andere obscure drug en als ik de kraan opendraai komt daar meestal gewoon water uit. Uitzonderingen daargelaten. De combinatie tussen zware vorst en waterleidingen kunnen wel eens voor problemen zorgen als je op een woonboot woont zo heeft het verleden uitgewezen. Maar ook die zijn in geen geval onoverkomenlijk. Over het algemeen is er dus niet zo ontzettend veel te klagen. We zullen zien wat het aankomende levensjaar allemaal voor avonturen in petto heeft.

Zeventwintig worden. Zittend in een klein studentenkamertje op een gammele woonboot net buiten Amsterdam. Luisterend naar Lagwagon en met een koud blik Jupiler voor je neus. Een telefoon waarin de eerste felicitatie-smsjes inmiddels in zijn verschenen. Zo doe je dat. Zeventwintig worden. Damn.

Verjaardagsplaylist dan maar.
Lagwagon - Messengers. The Loved Ones - Pretty good year. Foo Fighters - Everlong. Hot Water Music - Remedy. Frank Turner - The road. Bouncing Souls - Gone. Black Train Jack - Handouts. Rancid - The highway. Against All Authority - Skate or die. Avail - Scuffletown. The Smashing Pumpkins - 1979.

010101 The Screening 00101001

september 2009

Het is zondagavond. Ik zit in de sneltrein richting Amsterdam Centraal en ik ben omringd door schermpjes. Laptops. IPods. Mobieltjes. Iedereen is druk bezig met ik weet niet wat allemaal. Bliepjes en schermpjes. Ik ben omringd door laptops. Ze zijn overal. Een heel vage Hitchcockiaanse aanval van pixels en binaire codes op een nazomeravond. 001011111100011!

De eeuwige en nodeloze blieperigheden die op constante wijze mijn gehoor blijven vervuilen met een a-muzikale en luid boven de serene ruis van de rijdende trein uitschreeuwende kakefonie van onrust. Een sonische aanval op mijn geestelijke gezondheid. Ik heb al met opzet geen vervanging aangeschaft voor mijn mp3spelertje dat onlangs de geest gaf na jaren trouwe dienst zodat ik mijn altijd met muziek lastiggevallen oren ook zo af en toe kan laven aan welverdiende rust. Krijg je dit. Die rust is ver te zoeken in een postmoderne informatiesamenleving. Zo blijkt wel weer. De tering. Waar zijn die goede oude tijden gebleven dat er gewoon boeken gelezen werden in de trein?

Ik leg mijn vermoeide en ietwat brakkige hoofd ten ruste tegen het raam en besluit mijn ogen te sluiten en de realiteit te laten voor wat ze is. Het ritmische gewiebel van de door ons pitoreske Nederland voortziedende trein zal me uiteindelijk wel in slaap wiegen. Tenminste dat hoop ik toch.

Terwijl de slaap zich als een weldadige deken over mij uitspreidt realiseer ik me dat ik zelfs terwijl ik langzaamaan indommel het gebliep en geklik niet kan vermijden. Ik bereid me onbewust voor op rusteloze dromen op een rusteloze zondag. Iemand in de buurt houdt van slechte hiphop met een over de top urban vibe op hoog volume. De jongedame naast me vind kennelijk dat de hele trein moet weten dat de nieuwe vriendin van haar ex een dom wicht is. Althans zo concludeer ik uit het volume waarmee ze in haar mobieltje zit te blaffen. Dank voor de info. Zucht.

De schermen en de apparaatjes zijn overal. Staar ik naar de schermen of staren de schermen naar mij? Er is geen ontsnappen meer mogelijk. Altijd online en permanent verbonden met allerlei andere apparaatjes wereldwijd. Overal. Het netwerk sluit zich geruisloos om me heen. Constant informatie over me uitkotsend. Constantly connected. Om nerveus van te worden.

De menselijke conditie. Onrustig en altijd in beweging. Stilstand is achteruitgang en informatie is altijd geld waard. Alle ogen zijn altijd overal op gericht. Ik word gek. Argh.

The screeeening! It is commencing! Haaaaaaaaaargh!

vrijdag 2 oktober 2009

Forten bouwen!

(september 2009)

We gaan even terug in de tijd. We schrijven het jaar des heren tweeduizend-en-zeven. Ik loop met een troep vrienden op een door de hete zomerzon dor geworden grasveld net buiten de Hongaarse hoofdstad Boedapest. We gooien water naar elkaar en rennen richting de rivier die de stad in tweeën snijdt. Besloten wordt om de één of andere Hongaar te charteren om ons met een bootje naar overkant van de Donau te laten varen. Onderweg naar de waterkant, druk overleggend wie het talentvolste is in afdingen in een soort van halfbakken, steenkolenvariant van het Engels, lopen we langs een duur uitziend appartementencomplex in aanbouw. Luxe torens met ruime balkons en grote zwembaden eromheen. Klaarblijkelijk is het kapitalistische ideaal ook hier in het voormalige Sovjetrijk doorgedrongen. Rijke Hongaren met hun eigen American Dream. En die moet beschermd worden want je kunt maar door één enkele poort dit zwaarbeveiligde complex betreden. Een nors uitziende bewaker kijkt ons streng aan. Hier kom je als simpel inbrekertje niet zomaar naar binnen. En zeker niet naar buiten over het met prikkeldraad gelardeerde hekwerk om het complex heen.

Al snel vinden we een Hongaar met een motorbootje die ons voor een kleine hoeveelheid forinten wel naar de overkant wil transporteren. Shirtloos en met mijn voeten in het koele water van de Donau peddelend kijk ik nog eens naar de zwaarbewaakte ‘gated community’ op de uit het zicht verdwijnende oever. Net buiten het hek aan de kant van de rivier zie ik een tentenkampje. De woningen zijn opgetrokken uit plastic zeilen en worden omhooggehouden door grote stukken hout. De fors gebouwde mannen die er rondlopen met flessen waarschijnlijk extreem-veel-breincellen-verterende Oosteuropese zelfmoorddrank zien er vuil en ongezond en stukken minder rijk uit dan de bewoners van het perceel binnen het hek. Zo snel kan het gaan. Nog nooit zo direct en in één oogopslag was het verschil tussen arm en rijk zo schrijnend te zien. Ik steek een peuk aan en staar over het water naar het statige centrum van Boedapest een eindje verderop.

We gaan weer vooruit in de tijd. Ik zit anno tweeduizend-en-negen na gestopt te zijn met weer een studie thuis op een woonboot net buiten Amsterdam te lammen op de bank met een huisgenoot. We roken sigaretten en kijken een documentaire. Over ‘gated communities’ in India. Een krottenwijk naast een appartementencomplex in een ontwikkelingsland. Of opkomende economie of hoe heet dat tegenwoordig precies? Zucht. De wereld zit raar in elkaar. Ik zet te televisie uit en besluit me terug te trekken in de wereld van de boeken. Daar wordt ik altijd rustig van als het weer eens te druk is in mijn hoofd. Tolstoj in dit geval. Die Russen konden wel schrijven ja.

Een dag later loop ik laat in de ochtend door de miezerregen de krant doorbladerend terug naar huis. Midden op brug plempen mijn schoenen zowat van verbazing in het onder mij doorstromende Amsterdam-Rijnkanaal. Naar goed Amerikaans voorbeeld wil men ook hier een echte ‘gated community’ gaan bouwen. Jawel! In ons Hollandse geval zou dat de vorm moeten aannemen van een vierentwintig uur per dag bewaakt eiland in de Amstel. Zodat de superrijken zich van ons gewone mensen afgescheiden weten door de bescherming van het water. Alleen als genodigde of als bewoner zou je het eiland mogen betreden. Op de oevers van de Amstel mag de gewone mens zich uiteraard wel vergapen aan de pracht en praal een eind verderop. Wat aardig zeg.

Ik zie nog geen tentenkampje van kansloze Bijlmerjongeren of bebaarde dakloze alcoholisten gebouwd worden op de oevers van de Amstel. Zo erg is het nog lang niet in Nederland. Maar ik hoop wel op een redelijk constante stroom van rot fruit en dergelijks richting het eiland der superrijken. Of misschien moet ik wel gewoon een heel rijke ‘dochter van’ versieren om het eiland op te mogen. Ofzoiets. Of misschien ben ik wel gewoon jaloers op wat ik waarschijnlijk nooit zal hebben. Het gras is altijd groener aan de overkant. Vraag maar eens aan de gemiddelde economische vluchteling die uit een ver oord naar Europa is gekomen om hier zijn geluk te zoeken. Ofzo. Of misschien ben ik wel een beetje mistroostig omdat ik iets lees over superrijke mensen met een eigen eiland terwijl ik op een grauwe ochtend net een uitkering heb moeten aanvragen. En mensen die moeten leven van uitkeringen of lager geschoolde banen enzo. Die wil je niet op je eiland hebben natuurlijk.

vrijdag 18 september 2009

Vadertje staat bonst op de voordeur

september 2009

Soms begrijp je de wereld niet meer helemaal. Meestal als je op van die grauwgrijze herfstdagen als werkeloos nietsnut niet veel meer anders kunt doen dan binnen zitten en naar het water staren. Het water dat door een krachtige noordoostenwind vanuit het IJ opgestuwd wordt rond de woonboot die tegenwoordig voor thuis moet doorgaan. Starend en hopend dat die baan nou eindelijk eens gewoon aan komt vliegen. Met de wind. Vooralsnog lijkt het er niet op. Luisterend naar de gierende herfstwind van weer een voorbijgevlogen jaar en slurpend van een geurende bak net te sterke koffie. Blij zijn dat je met dit weer niet naar buiten hoeft omdat je nou eenmaal geen baan om naartoe te gaan hebt verlicht de hele situatie enigszins.

Je pakt de krant. Je leest een boek. Je staart naar water. Je drinkt koffie. Veel koffie. Snel tot de donkerste diepten van alcoholisme vervallen is op dit moment geen volkomen onrealistisch idee. Om dat te vermijden drink je maar koffie. Je rolt een sjekkie, staart het golvende water over en fantaseert over een romantisch zeemansbestaan dat alleen voor baardige lieden in lang vervlogen tijden lijkt te zijn weggelegd.

Je slaat de krant dicht en je snapt de wereld niet meer helemaal. Bij gebrek aan zeemansromantiek en dingen om te doen sla je maar aan het filosoferen over wat je net gelezen hebt.

Het is Prinsjesdag. Een extra beveiligde Prinsjesdag want stel je voor Karst T. komt met een geautomobiliseerde variant van de Vliegende Hollander terug voor een tweede poging koningshuis-kegelen. De regering maakt wilde plannen. Er moet bezuinigd worden. Maar waarop. Men kibbelt er lustig op los. Men komt er niet uit en Geertje Wilders wantrouwt het zooitje in Den Haag weer eens.

Maar wie heeft nou welke macht over wie en waarom? Waar de wereld en de daadwerkelijk machtige instituties daarin zoals het IMF of de EU of wat dan ook met een afkorting, steeds minder een democratisch en meer een achterkamertjespolitiek en onderhandelen achter gesloten deuren gehalte krijgen, vindt de enge, moralistische gristenfundamentalismecoalitie het in Nederland wel nodig om steeds meer op de voordeur van de burger te lopen bonzen. Je kind een draai om de oren geven mocht al een tijdje kennelijk niet meer. Nu pleit men ook nog eens voor pasjes in coffeeshops. De almaar gegevens omtrent jouw precieze locatie rondbliepende OV-chipkaart. Belgegevens die in Nederland zelfs nog langer dan moet van onze Europese vrienden bewaard worden. Paddo’s mogen niet meer en als het aan de vast-vrienden-in-de-vastgoed-sector-hebbende rechtse kapitalistenlobby ligt, kraken straks ook niet meer. Ik trek het extreem slecht en ik zie mezelf nog emigreren.

Zo lees ik in de krant dat een dertienjarig meisje niet rond de wereld mag zeilen. Van de rechter. Nou vind ik natuurlijk ook dat zij dat niet mag. Maar dat moet haar dan wel verboden door haar ouders. Niet door een rechter. Misbruik en geweld of excessen als het aansluiten bij een sekte ofzo even buiten beschouwing latend mag vadertje staat van mij niet over de drempel achter de voordeur komen rondzeuren. Als de ouders haar niet verbieden op haar volkomen waanzinnige zeiltocht te gaan en er gebeurt iets met het betreffende meisje is dat hun probleem. Ik zal er niet mee zitten als een dom wicht dat het aan denkt te kunnen om in haar eentje rond de wereld te gaan zeilen terwijl ze eigenlijk stiekem moet roken in het fietsenhok terwijl ze spijbelt van school, wordt opgegeten door een vooralsnog onontdekte haaiensoort tussen de eilanden van Micronesië.

Mensen moeten ook af en toe fouten kunnen maken. Naast fouten en domme situaties ontstaan zo ook vaak goede ideeën of leuke alternatieven. Of de mogelijkheid om achteraf nog eens goed in de lach te schieten over begane stommiteiten. Maar sommige staatsideologen vinden dat alles moet zijn zoals zij op dit moment denken dat zou moeten zijn. Volgens het eeuwige gelijk van de heersende ideologie. Eeuwig gelijk is best wel eng.

En de staat zoals die zich nou manifesteert in Nederland vind ik een voorbeeld van heel eng. Op de gebieden waar ik als burger graag meer invloed op zou willen hebben omdat het hier gaat om daadwerkelijke machtsstructuren houdt de staat zich netjes op de vlakte zodat het bedrijfsleven zijn liberale belangen erdoor kan rammen en de concurrentiepositie in de globale strijd om de gunsten van het Almachtige Bedrijf niet verslechtert. Er is nog veel meer uit te buiten op deze planeet en een staat die zich moet verantwoorden aan onwetende burgers moet daar niet tussen gaan springen natuurlijk. Het enige wat ik daaraan kan doen als ik het er niet mee eens ben is met een kartonnen bordje op een pleintje buiten de gesloten deuren van een G8 bijeenkomst gaan staan wachten op een wapenstok in mijn gezicht.

Maar als de gristenfundamentalisten en ideologen van het eeuwige gelijk hun zin krijgen mag mij wel verteld worden dat ik geen jointje meer mag opsteken. Iets dat ik sowieso niet meer doe omdat ik HELEMAAL ZELF heb besloten dat ik daar geen zin meer in heb.

Godverkut zeg. Blijf van mijn voordeur af en ga jullie bezighouden met dingen die er echt toe doen. De huidige politieke filosofie klopt van geen kant en de democratische paradoxen die het praktisch onmogelijk maken om de wereld nog op een zinnige manier te besturen los je echt niet op door in naam van de peilingen heel hard over pseudo-oplossingen voor pseudo-problemen te gaan schreeuwen ‘want dat levert wel meer stemmen op’. Kijk maar uit. Anders ga ik straks verdomme zelf de politiek in ook. Gewoon om de zaken recht te zetten. En ik hou niet eens van in een pak rondlopen. Daarbij eis ik dan dat alle op vergaderingen geschonken koffie fairtrade is. Het goede voorbeeld geven. Net als met die privacy campagne. Want dat je je pincode beter niet groots op je Hyves kunt publiceren weten we allemaal wel. Dat het technisch mogelijk is om jouw gaan en staan te traceren via het in- en uitbliepen met je OV-chipkaart zouden we allemaal moéten weten. Maar daar heb ik in geen privacy campagne iets over gehoord.

Het bedrijfsleven waar die politiek zelf nou net alle deuren voor heeft opengezet gebruikt onze informatiekanalen namelijk om consumentistische en hersendodende boodschappen de publieke ruimte in te slingeren. Daarom moeten legitieme nieuwskanalen hun format aanpassen om niet kopje onder te gaan aan de kijkcijfermentaliteit en moeten politici daar op hun beurt hun manier van spreken op aanpassen anders luistert niemand. De Spaanse socioloog Manuel Castells noemt dit de ‘mediacratie’. Ik noem het gemakshalve gewoon een noodgedwongen schreeuwcultuur. Zolang een politicus boven een I-Pod reclame moet uitschreeuwen en de burger niet in staat blijkt te zijn de televisie eens uit te zetten en die nieuwe I-Pod gewoon in de schappen te laten liggen zie ik nog wel meerdere toekomstige varianten van Geert Wilders opstaan die het schreeuwspelletje maar al te goed door hebben en ter meerdere glorie van zichzelf via een bizarre vorm van iets dat aan nieuw-nazisme grenst de peilingen bestormen. Want bij de peilingen, en niet bij de plannen, daar ligt de kern van datgeen dat wij nog steeds democratie durven te noemen. Een goed theoretisch concept die democratie. Ethisch gezien dan. Of het functioneel blijft valt nog te bezien.

Nou ja. Ik solliciteer maar weer even verder. Af en toe denk ik dat ik de wereld misschien wel te goed snap. Maar dat krijg je wel eens als je niks te doen hebt buiten sollicitatiebrieven schrijven. Dan ga je teveel nadenken en de realiteit proberen te ontrafelen. Alle grote filosofen die de menselijke geschiedenis heeft voortgebracht waren volgens mij ook werkloze nietsnutten. Dat kan haast niet anders. Zucht. Ik moet echt weer eens aan de slag. Jezus man. Tijd voor koffie. En een baan. Maar eerst koffie.

woensdag 2 september 2009

“Monday Morning Crowds”

juli 2009

In een volgende van een lange lijn tramobservaties zijn er toch weer dingen die me opvallen op deze zonnige ochtend in Amsterdam. Ik bevind mijzelf in tramlijn twee die zich in een slakkengangetje over het Leidscheplein voortbeweegt. Het is druk en ondanks het relatief vroege tijdstip al behoorlijk warm.

De studenten van deze wereld zitten nog niet misschien op dit onchristelijke tijdstip van acht uur ‘s ochtend in de tram. En ik kan het weten. Ik heb me ook jarenlang op dit punt van de dag aan de neus gekrabt, mijn deken lekker omhooggetrokken en me tevreden nog eens omgedraaid. Ik nam me toen stellig voor nooit op maandagochtend in een tram naar één of ander kantoor te hoeven zitten. Maar opeens zit je er toch. En het is nog niet eens echt erg ofzo. De koffie op het werk is namelijk gratis. Ik ben fan.

(..Hier volgt een intermezzo van acht uur lang bewijzen dat ik ook wel een beetje sociaal nut heb..)

Na een werkdag lang dingen te hebben gedaan waarvan ik hoop dat ze zin hebben gehad, huppel ik onderhevig aan een cafeïnegehalte van heb-ik-jou-daar terug de grote boze buitenwereld in. Het is weer eens een drukte van belang in de tram. Het is een zonnige zomerdag en wat jong grut komt lachend uit het park. Hippe zonnebrilletjes op gebruinde hoofden. Kun je voor pakweg vijftig cent op de Albert Cuyp aanschaffen. Zo moeilijk is hip zijn niet. Wat ouder en vermoeider uitziend grut komt van het werk. Het jonge grut moet immers eten. De hele wereld gaat naar huis vandaag. De conducteur heeft er ook absoluut geen zin meer in en zowat iedereen loopt zonder te betalen de tram in. Beter.

Ik observeer de mensheid in een grote verscheidenheid aan vormen. De rode en bezwete zakenman met een oortje in zodat hij ook buiten werkuren bereikbaar is voor het Almachtige Bedrijf. De dikke BMW van de zaak zal wel stuk zijn. De zonnebril op zijn hoofd verbergt een waarschijnlijk overwerkt aangezicht. Ik vermoed verder iets met stiekem coke snuiven en een hartaanval over een jaar of vijf. Het is ook niet gemakkelijk om aan een Almachtig Bedrijf te ontkomen.

De dronken aandoende dikkige corpsbal die wat glazig naar buiten tuurt heeft niet door dat zijn toekomst recht tegenover hem zit. Met oortje in en al.

Een met een overdreven grote zonnebril getooide medelander-of-hoe-noem-je-een-neger-tegenwoordig-politiek-correct (uit de Bijlmer, want dat staat levensgroot op zijn XXXXL shirt) laat een geile blik vallen op de in een te strak rokje rond haar te dikke kont gehesen vriendin van de corpsbal. Ze lacht een beetje verlegen terwijl de corpsbal zelf doet alsof hij niks doorheeft. Hij zet zijn patserige zonnebril op en gaat verder met ongemakkelijk naar buiten turen. Wat ik dan weer extreem grappig vind.

De Bijlmer-bla-bla-je-begrijpt-me-wel wordt op zijn beurt weer wezenloos aangestaard door een in bomberjack met Nederlands vlaggetje gehesen teknoliefhebber met een matje en pupillen als soepborden. Zijn zonnebril hangt zo’n beetje achterop zijn hoofd. Het doet me een beetje vermoeden dat de beste jongeman iets gebruikt heeft en dat als de moslim die tegenover me zit besluit om de tram op te blazen, we hier geen potentiële raketgeleerde aan zouden verliezen. Zou een mooi einde zijn van deze collectieve maar achter zonnebrillen verborgen ‘staring contest’.

En ja inderdaad. Er zit een moslim tegenover me. Een woestijnzoon in de polder (ik ben eigenlijk een groot poëet). Het valt me vanmiddag vooral op dat temidden van de idioterie die Amsterdam heet deze man eigenlijk de enige is die een beetje rust uitstraalt. Een beetje waardigheid. Geen op conflict gerichte en meestal volkomen misplaatste trots. Waardigheid. Met zijn armen gekruist en tevreden glimlachend. Ik volg zijn blik naar buiten. Dat kan namelijk. Hij draagt geen zonnebril. In de verte regent het een beetje. Ik zie een regenboog boven de stad die zich opmaakt voor een broeierige zomeravond. Mooi.

Ik sta op want ik moet nou eenmaal hier overstappen op tram zeven. Ik knik vriendelijk gedag. Een vriendelijke blik terug valt mij ten deel.

Als ik nog één keer de tram rondkijk moet ik uit deze reeks filosofische overpeinzingen toch een enkele overkoepelende slotconclusie trekken. Ik haat zonnebrillen.

Diagonaliteiten!

juli 2009

I

Nadat ik met mijn niet oplettende hoofd weer eens bijna op mijn bek gegaan ben realiseer ik me langzaam wat ik de grootste verschrikking van de postmoderne stadssamenleving vind: stilstaande roltrappen*1. Dingen die moeten bewegen moeten niet stilstaan. Anders kan dat funest zijn voor de voortanden van mensen zoals ik.

De mensheid is best slim. Door samen ideeën te delen zijn we steeds een stapje verder gekomen richting dominante diersoort op dit rondvliegende rotsblok van ons. De baas van de rots. Dat bevalt de mens wel. Dat is evolutionair gezien ook een erg slimme zet gebleken. Zo heeft de geschiedenis uiteindelijk uitgewezen. Als je niet de sterkste bent kun je maar het beste heel slim zijn. En op een coöperatieve manier roofdieren die vele malen sterker zijn te slim af zijn, dat is best doordacht te noemen. Daarom is de koning der dieren op deze planeet nou net een slimme aap met een groot brein en niet een boze leeuw met een scherp gebit.

II

De baas van de rots was een comfortabele positie voor de mens. Zijn voedselvoorraden waren veiliggesteld en de roofdieren bleven meestal wel uit de buurt. Maar daar hield het niet op. Nee nee. De mens ging verder. Hij zette dat samenwerkingsprincipe dat al zoveel goeds opleverde voort in almaar groeiende gemeenschappen waarbinnen iedereen zo’n beetje deed waar hij of zij goed in was zodat alle taken die in een samenleving vervuld moesten worden ook op de beste manier gedaan werden. En zo wist de mensheid met horten en stoten, met briljante momenten van menselijke genius afgewisseld met gruwelijke momenten van evenzo menselijke barbaarsheid en domheid, langzaamaan wat treden te beklimmen op de oneindige trap van de vaart der volkeren. Er werden gigantische stappen vooruit (en achteruit) gezet. Maar ook kleine stapjes voorwaarts, die dan toch verdomde handig bleken te zijn.

Een voorbeeld. Heel vroeger bijvoorbeeld zat men met het probleem van het reliëf. Ook als inmiddels dominante diersoort die lama’s had geleerd te domesticeren, deed je gewoon vrij weinig aan platentektoniek. Verschuivingen in de korst van de planeet waar je op rondliep waren moeilijk tegen te houden je niet zo één-twee-drie. Dus zat de mens met bergen die naast mooie vergezichten ook voor logistiek geëmmer zorgden.

Hellende vlakken waren dus maar matig om te beklimmen. ‘Maar hee’, dacht de innovatieve mens met het onnatuurlijk grote brein. Als je nou in dat hellende vlak hoeken zou hakken. Moest er dan niet uiteindelijk iets ontstaan wat wij tegenwoordig een trap noemen? Een heel erg slim plan om bijvoorbeeld zakken met maïs op dezelfde plek als hongerige kinderen te krijgen, zo dacht men. En dat was dan weer noodzakelijk voor het voortbestaan van de soort. Zo gezegd zo gedaan natuurlijk. En de ontwikkeling kon weer verder. Ongelofeloos.

Eeuwen later culmineerde dit uithakken van hoeken onder invloed van voortschrijdende technische ontwikkelingen (en gecombineerd de toenemende luiheid wat betreft fysieke inspanningen in het dagelijks leven*2 van de mens) in de eerdergenoemde roltrap. Heel handig om diagonale vlakken te bestijgen.

De mensheid werd zo steeds een beetje slimmer. Ontwikkelingen als de taal en daarna het schrift (waardoor die taal daadwerkelijk genoteerd kon worden) waren behoorlijk handig. Nu werden al die goede ideeën ook echt onthouden. En veel goede ideeen dat we hadden. De vaart der volkeren spurtte werkelijk door en de welvaart groeide en groeide. De mens met het onnatuurlijk grote brein had nu zelfs de beschikking over allerlei dingen die niet echt nodig maar wel best gewoon leuk waren. Hij kwam zelfs aan genoeg zelfontplooiing toe als andere Maslowiaanse behoeften bevredigd waren. Heel goed, heel goed.

Alleen een beetje jammer dat niet alle mensen daar de vruchten van konden plukken. Naast best wel slim bleken de meeste mensen ook eens een stel eikels te zijn die niet in staat bleken te zijn voorbij de tribale verbanden te denken die ooit broodnodig waren om te overleven (nationalisme is natuurlijk niet veel meer dan stammenoorlogje met een dun vernislaagje van beschaving eroverheen. In plaats van knuppels en speren hebben we tegenwoordig economische sancties. Of kernbommen).

III

Gelukkig hebben sommige individuen wel door dat die stammenoorlogjes een beetje uit de tijd zijn. Dat we maar één planeet hebben waar we met zijn allen toe gedoemd zijn en dat het misschien beter is om te zorgen dat alles een beetje eerlijk verdeeld wordt. Gewoon, om onnodig gedoe en gezeik te voorkomen. En omdat dat misschien het handigste is om het overleven van de soort ‘mens’ te kunnen blijven garanderen. Zo kun je het eigenlijk niet maken om een stel Chinezen aan de andere kant van de aarde jouw schoenen en computers te laten maken omdat je die minder geld hoeft te betalen, terwijl je er niet tegelijkertijd ook voor zorgt dat die Chinezen genoeg te eten en te drinken hebben. Ook het blijven ondersteunen van een mensenrechten schendend landje midden in moslimgebied uit naam van een soort eeuwige claim op een door een oud boek beloofd land, is iets waar je het misschien ook gewoon niet mee eens kunt zijn. En ik ben ervan overtuigd dat meer mensen dat eigenlijk vinden. Ze hebben die realiteit alleen nog niet helemaal door, want hun televisie vertelt hen dat niet. Die vertelt dat hamburgers bij McDonald’s eten cool is en dat een nieuw paar Nikes heel belangrijk is voor hun leven. Ook als de oude Nikes helemaal nog niet versleten zijn. Het gaat namelijk om de aanschaf van het nieuwe model schoen. Niet om het nodig hebben van de schoen om op te lopen. De televisie vertelt niks over arbeidsrechten en het bloed aan de handen van de zichzelf in onschuld wassende consument. De televisie vertelt dingen die goed zijn voor het continueren van het Almachtige Bedrijf. Geld moet blijven rollen. Ook als de rots waar we nog steeds met zijn allen op zitten naar de flikker gaat. Beursfluctuaties en de stand van de AEX-index zijn immers ook indicaties over hoe het met mij gaat en met jou gaat. De televisie vertelt over de postmoderne variant van het filosofische ‘Goede Leven’.

Maar sommige mensen zetten af en toe hun televisie eens uit. Ze gaan er even voor zitten en denken eens goed na. Eventueel lezen ze zelfs een goed boek. Boeken stimuleren dat onnatuurlijk grote brein van die mens iets meer dan die lineaire gedachtegolven onmogelijk makende en maar beelden uitbrakende televisie. Die mensen denken na over hoe de problemen van deze wereld opgelost zouden kunnen worden. Idealisten noemen we die. Die idealisten hebben een bepaalde visie op de wereld en hoe die zou moeten zijn. Dat waren gedurende de hele geschiedenis meestal heel gewone mensen die net iets verder dachten.

IV

Meestal hebben die idealisten een geest die open staat voor vanalles. Hun grote brein is een soort informatie opslorpende spons. Heel gaaf is dat. Zo kunnen af en toe heel erg goede ideeën ontstaan. Maar soms raken ze ondanks hun ongetwijfeld goede bedoelingen zo zeer onder invloed van hun eigen gelijk of van een bepaalde doctrine die door andere slimmeriken is uitgedacht, dat hun heldere oordeel zo’n beetje vervangen wordt door een heilig geloof in het eigen gelijk. En dat is stukken minder gaaf.

Religie en heilige boeken kunnen die invloed hebben op anders weldenkende mensen. Rationele mensen blazen zichzelf niet op in de hoop een tig aantal maagden te mogen bezitten in het één of andere paradijs. Maar ook zogenaamd seculiere ideologieën kunnen dat effect hebben. Mensen willen nu eenmaal heel graag ergens in geloven en dan samen met medestanders samen gelijk gaan zitten hebben. Seculier gedachtegoed kan ook een transcendentaal karakter aannemen.

V

Het systeem is nooit heilig. Als je denkt dat een heilig boek jou de wet moet voorschrijven. Als je denkt dat iemand anders het land uitmoet omdat dat om de een of andere duistere reden beter zou zijn voor dat land. Als je links bent en denkt dat je stenen moet gooien naar de politie om dat te bewijzen.

Democratie is in de essentie namelijk gebouwd op ‘scepsis jegens het aanhoudende gelijk van één partij’. En dat is een heel erg verstandig uitgangspunt (voorwaarden hiervoor zijn dan wel weer onafhankelijke mediakanalen om het volk te berichten over de geboekte resultaten van de machthebbende partij, en geïnteresseerde en weldenkende burgers die hun burgerplicht naar behoren vervullen en zich mengen in het publieke debat).

Ook als je een protagonist van de vrije wereld bent is het handig je niet blind te staren op je eigen ideologie. Vrijheid, gelijkheid en broederschap kun je er niet inrammen. Zo is iemand met een stellig en onbuigzaam geloof in het eigen gelijk vaak enger dan iemand met duisterdere motieven. Hebzucht is niet mysterieus en streeft geen heilig doel na.

De wereld in groeiende mate organiseren volgens jouw idee van hoe de wereld zou moeten zijn, kan zich al snel op een hellend vlak bevinden. Een diagonaliteit worden. Potentieel diagonaal langzaamaan naar beneden schuivend. Guantanamo Bay. Gedwongen economische liberalisering van zowat de hele derde wereld onder druk van organisaties als het IMF. Het illegaal democratie brengen in Irak. Het willen onderuitschoppen van vermeend fascistische moslimrégimes. Het nieuw-westerse collectieve islambashen ter meerdere glorie van de bashers zelf. *3 Hier is nieuws: Hitler liet de verarmde Duitsers ook geloven dat de Joden alles schuld waren. En veel mensen geloofden dat echt.

In zulk soort gevallen zitten we al snel weer eens met een enorme humanitaire puinhoop. Dan hebben uit naam van het eigen gelijk een groot aantal mensen systematisch de vernieling ingeholpen. Dat doet de CIA omdat ze heilig overtuigd zijn van de unieke Amerikaanse Sonderweg-positie in de geschiedenis en dat deed de KGB omdat staatsgevaarlijke elementen de communistische heilstaat en dus het algemene belang nogal in de problemen zouden kunnen brengen. En ook wij doen dat als we denken dat we het recht hebben om mensen die niet in onze christelijk-liberale heilstaat thuishoren te verwijderen.

Mensenrechten en dergelijk spul. Die vinden we heel erg belangrijk. Behalve als we vinden dat we zelf heel erg gelijk hebben. Collectief krabben wij ons aan de kop. Het eigen gelijk is vaak als legitimatie gebruikt voor de meest vervelende gruweldaden die de geschiedenis kent. Juist omdat ze uit naam van het goede zijn gebeurd.

Niets leren van de geschiedenis lijkt één van de meest hardnekkige menselijke karaktertrekken te zijn. Maar let op: Ideologie mag nooit statisch worden. De wereld verandert. Ideologie moet een denksysteem zijn dat op de meest rechtvaardige manier de realiteit ordent. Geen utopisch horizongestaar. Dat leidt tot gezanik. Laat je niks wijsmaken. Als jeugd zijn wij de toekomst en dat impliceert een zekere mate van verantwoordelijkheid. Zeker omdat we voor de rest niet zo ontzettend veel te klagen hebben hier. Alstublieft.


* 1: Binnen niet al te lange tijd zal de stilstaande roltrap jammer genoeg van zijn troon worden gestoten door een nieuw in te voeren mobiel repressiemiddel. De OV-chipkaart. Omdat één of andere technocraat heeft besloten dat het afsluiten van een contract met een chips producerend bedrijf zinnig zou zijn kan ik me straks gaan zitten irriteren aan nodeloos gebliep en klagende bejaarden die niets meer begrijpen van het openbaar vervoer. Wat is er mis met een doodnormale strippenkaart? En nee ik weiger nog steeds te geloven dat de mystieke samenzwering der Illuminati het net om ons heen verder sluit. Of dat Big Brother Balkenende en zijn strijdvaardige gristencompanen eigenlijk de hele dag al grinnikend zijn onderdanen zit te monitoren in een kamertje met heel veel tv-schermen in het Torentje ergens. Ik heb gewoon iets tegen dingen die ik onzinnig vind.

*2: Omdat fysieke inspanningen in het dagelijks leven geen plaats meer hebben in het beschaafde leven van de welgestelde mens vonden we de sportschool uit. In het dagritme van de gemiddelde 9-to-5-er houdt de dagelijkse beweging wel een beetje op bij het naar de auto lopen rond negenen in de ochtend en weer terug rond vijven in de middag, en de trip van computer naar cup-a-soup-automaat rond de klok van vier. Vandaar. Sportschool. Om op een gecontroleerde en door experts vastgestelde manier het overtollige vet ervan af te tae-boën. Toppie hoor. Echt.

*3: Het werkt. Echt. Ik las laatst op een muur ergens in de stad dat ‘de kredietkrisus de schult was van de Marrokkane’. En nee tweede generatie Marokkanen zijn Nederlands staatsburger en kun je niet terugsturen naar een land waar ze zelf misschien net twee keer op vakantie zijn geweest. Interne problemen moet je intern oplossen. Niet deporteren.

zondag 17 mei 2009

De weldoorvoede zwerver.

mei 2009

Ik loop door de stad en kijk op naar de klok. Om te zien hoe laat het is. Daar zijn klokken immers voor. Ik kan ook wel naar de zon gaan lopen staren maar daar kan ik een stuk minder snel uit afleiden hoe ver de dag gevorderd is. Ik heb net boodschappen gedaan en mijn fiets naar de fietsenmaker gebracht. Ben net op tijd gekomen voor college, net op tijd mijn urenbriefje bij het uitzendbureau ingeleverd en heb nog op de kop af een kwartiertje om ergens wat te eten te scoren alvorens ik een bus moet inspringen naar het oefenhok. Ik zeul twee tassen gevuld met allerlei supermarktproducten en schoolboeken over communicatie en statistiek mee, én draag een gitaartas met een dikke kluwen bekabeling en een sixpack bier op mijn rug. Tijd en zin om ver te lopen heb ik dan ook niet. Een grote zak friet met een ongezond dikke klodder mayonaise dan maar. Ik geef omringd door brabbelende toeristen mijn bestelling door en krijg een puntzak friet in mijn handen gedouwd door een chagrijnig kijkende Amsterdammer. Ik draai me om en loop tegen een dikke, zwetende Engelsman aan. Zucht. Na even rondgekeken te hebben lokaliseer ik een rustig plekje op een bankje aan de overkant van de straat. Ik plof mijn gitaar neer en begin te eten. Haastig maar wel lekker in de zon. En dat is ook wat waard. Frieten eten in het zonnetje. Had ik nou maar wat meer tijd om van deze mooie lentedag te genieten.

Terwijl ik mijn frieten naar binnen zit te schuiven kijk nog eens op de klok en concludeer dat een halve zak ook wel voldoende moet zijn om de avond door te komen. Ik moet echt eens richting bushalte gaan rennen. Ik spring op en vraag me nog net niet hardop af wat ik met mijn overgebleven friet moet doen. Mijn praktisch inzicht vertelt mij dat de verderop staande prullenbak uitstekend dienst kan doen als eindbestemming voor de betreffende frieten, maar mijn geweten zeurt wat over dat het zonde is om voedsel zomaar weg te flikkeren. Aan overvloed raak je snel gewend, denk ik bij mezelf. En terwijl ik naar de prullenbak loop om de overgebleven friet zijn duistere lot tegemoet te katapulteren en tegen alle verwachting misschien eens een keer op tijd te zijn voor een bandrepetitie, kom ik een zwerver tegen. Hij kijkt me aan en tovert een gouden glimlach op zijn bebaarde gezicht. Of ik misschien wat kleingeld heb. Dat heb ik niet. Maar wel een halve puntzak friet met vette mayonaise. En die neemt hij maar al te graag aan. Al had hij liever wat kleingeld gehad, vertelt hij lachend. Eten dat weggegooid wordt is in overvloed te vinden hier. Hij begrijpt de haastige mensen die goed eten weggooien niet zo. Almaar rennen en geen tijd voor de echt belangrijke dingen in het leven. Tenminste dat vindt hij ervan. Maar de zwerver heeft geen honger gehad vandaag. Vandaag in ieder geval niet.

Terwijl ik wegsnelwandel kijk ik nog even om. Naar de zwerver die met een grote grijns op zijn gezicht het absolute rustpunt lijkt middenin een rondkolkende mensenmassa die zich naar werk of huis haast (dat is nooit helemaal duidelijk in een 24-uurs economie). Dat zijn van die momenten dat ik me even afvraag wie nou beter af is. Ik of hij? Die zwerver die nog rustig met een halve puntzak friet in het zonnetje zit terwijl ik met een gitaar op mijn rug en twee tassen met boodschappen en boeken en allerlei andere zooi in mijn handen als een gek naar de bus ren.

Crisistijd en de heilige onschuld van Nederland.

mei 2009

Ik zat gisteravond in een late metro richting centraal station. Onderweg naar de laatste tram. Een beetje haastig en tumultueus gevoel van binnen. Het punt met laatste trams is namelijk dat als je ze mist, je over het algemeen een beetje een probleem hebt. Afhankelijk van de afstand die je dan meestal te voet naar huis toe moet afleggen is het over het algemeen een duidelijke kwestie van niet geneukt maar toch genaaid. Net na het passeren van het Amstelstation viel me een tekst op een lichtkrant op. Vanaf de voorgevel van de redactie van het Financieel Dagblad schreeuwt het neon de duisternis in dat de varkensgriep haar eerste slachtoffer in de Verenigde Staten heeft geëist. Stop de persen. Weet ik dat ook weer. Stof om over na te denken mocht ik de laatste tram toch nog weten te missen. We zijn gedoemd om eeuwig up-to-date te blijven in de postmoderne informatiemaatschappij. Tekenend. Zo in het semi-duister van een dinsdagavond in Amsterdam. Niemand op straat om de boodschap te lezen. Een vogel zit in alle rust op de betreffende lichtkrant en lijkt zich om die hele varkensgriep niet zo gek druk te maken. Waarom zou hij ook. Weet die vogel veel dat het crisis is.

Crisis na crisis na crisis. Na crisis. Het is wat. Het ging allemaal zo lekker. En uit het niets krijgen we allemaal crisissituaties voor de kiezen. Niet te doen natuurlijk. We hadden al een voedselcrisis. Maar dat was vooral erg vervelend voor de mensen die geen eten hadden. En die woonden vooral in oerwouden en op zandvlakten ver weg ofzo. Onze supermarkten bleven lekker vol. Wij maakten ons niet zo heel veel zorgen hier en deden heel hard net alsof alles prima in orde was. De wereldorde zoals zij was bleef heilig zolang we zelf maar buiten schot bleven.

Jammer dan. Want vervolgens is daar de kredietcrisis achteraan gekomen, die het faillissement van het laatmoderne kapitalisme min of meer aankondigt en velen in het ongeluk dreigt te storten. Schijnbaar. Of in elk geval de hele westerse wereld verlamd van angst achterlaat. En nu is iedereen boos. De huizenmarkt is ingestort en er worden mensen ontslagen. Banken lenen nog maar heel weinig geld uit. Het vertrouwen is weg en de hele geld-lenen-om-te-consumeren-en-zo-de-economie-te-stimuleren-cirkel is (misschien wel definitief) doorbroken. Allicht dat nu wat meer mensen door beginnen te krijgen dat de goden van de vrije markt gefaald hebben. Je kunt een markt niet op morele gronden ter verantwoording roepen en ook niet democratisch controleren. Dus is een maatschappelijk krachtenveld waarbinnen de markt als allesbepalend wordt opgevat gewoon een heel erg dom plan. Winstmaximalisatie als centrale drijfveer hoeft niet te leiden tot een verbetering van de menselijke conditie. Zo blijkt ook nu. Kort gezegd. Marktwerking leidt tot anarchie en de ‘invisible hand’ wordt een dreigende vuist. Derdewereldtoestanden in de eerste wereld. En dat terwijl we al een derde wereld vol onoplosbare derdewereldtoestanden hadden. Moeilijk lastig. Hoe heilig de wereldorde van het postmoderne kapitalisme is blijkt wel uit de verwoede pogingen die men neemt om de door dit hyperkapitalisme veroorzaakte crisis met kapitalistische middelen te bestrijden. Laat de markt alles maar weer rechttrekken en we hebben het nergens meer over , zo lijkt het heersende adagium een beetje. De kapitalist geeft nog niet op. Kapitaalaccumulatie werkt kennelijk verslavend en corrumpeert de menselijke geest. Alsof de geschiedenis dat nog niet genoeg heeft uitgewezen.*

Een kennelijk zeer verbolgen moeder natuur stort daarna vanuit Mexico nog een varkensgriepcrisis over de mensheid uit. Al is het nog niet helemaal duidelijk hoe dodelijk dat nou weer precies is. Maar het past wel goed tussen de andere crisissen. Influenza A (H1N1) heet het officieel dacht ik. Klinkt wetenschappelijker dus ook meteen een stuk enger. Men verstopt zich achter mondkapjes en hoopt er maar het beste van. Een onheilige pandemie bedreigt ons en allicht is Mexico ook een goede kandidaat om vanaf nu aan de As van het Kwaad toe te voegen.

Maar ook ons eigen Nederland verkeert in crisis. Op koninginnedag rijdt een mafketel in Apeldoorn op een mensenmenigte in. Foto’s van rondvliegende mensen flitsen het land door en iedereen is boos. Dat dit gewoon maar kan in Nederland! Niets is meer heilig. Niets! Ik zie Geert Wilders al achter zijn televisieschermpje bidden tot een blonde, bebaarde en Germaanse god in de hoop dat de bestuurder een moslim zal zijn. Zou een mooie voedingsbodem voor weer wat fascistische uitspraken en dat zou dan weer gunstig zijn voor de peilingen. Niet?

Nederland verliest zijn onschuld en de gemiddelde SBS6-kijker weet niet meer welke richting hij uit moet kijken van verontwaardiging. En van angst. Want de angst is overal. Het is tenslotte crisis. Waar gaat het heen met de wereld. Waar gaat het heen met Nederland. Eerst Pim. Toen Theo. En nu zelfs het koningshuis. Binnenkort is Geert of Rita misschien wel aan de beurt (als het een beetje meezit tenminste). Laat dat maar aan de dierenrechtenterroristen over. Of aan gefrustreerde werklozen met zwarte Suzuki’s (auto’s die sinds ‘30/04’ agressie schijnen op te wekken). Of aan Marokkaanse straatterroristen. Dat tuig dient met hand en tand bestreden te worden. Want Nederland kan alleen zijn onschuld behouden zolang iedereen in de pas blijft marcheren. Gezonde kritiek is één van de eerste tekenen van radicalisering. Marcheer! Consumeer! En verder mond dicht. Marcheert! Richting afgrond. Als lemmingen.

…… (moment van contemplatie)……

Jezus man. Nederland is al heel lang geleden zijn onschuld verloren. Ik herhaal. Wij bedachten het concept multinational en het aandelensysteem zo’n beetje. Wij schoten mensen overhoop in Indonesië en noemden het ‘politionele acties’. Want oorlog kon het niet genoemd worden. De term oorlog impliceert op zijn minst een béétje Duitse aanwezigheid natuurlijk. Wij haalden zelf die vervelende Marokkanen naar Nederland om klusjes op te knappen waar wij onze handen niet aan vuil wilden maken. Wij bleven onze Amerikaanse bondgenoten door dik en dun steunen in hun inhumane buitenlandbeleid want stel je voor dat we het eens oneens zouden zijn met onze overzeese vrienden. En volgens Amnesty is het met de Nederlandse mensenrechtensituatie wat betreft asielzoekers die we het land nog moeten uitschoppen ook niet altijd even goed gesteld. Maar in onze Nederlandse ijdelheid vinden we toch dat ook wij een soort van ‘Sonderweg’ bewandelen.

Trots op Nederland? Geef me eens één goede reden om trots te zijn op een stukje land waar ik toevalligerwijs zesentwintig jaar geleden op onze groene aarde neergeplempt ben. Ik ben blij dat ik hier woon ja. Ik had het een stuk slechter kunnen treffen natuurlijk. In het kader van ‘eert uw vader en uw moeder’ verdiep ik mij in de tradities en gebruiken die de culturele context van mijn bestaan vormen. Maar kritiekloze trots is weer heel wat anders. ‘De nobele mens vind op de hele aarde zijn vaderland’ schreef de filosoof Peter Sloterdijk met zijn machtiger dan het zwaard zijnde pen. En zo is het maar net. Trots. Onschuld. Ik trek het slecht. Trots op welk land dan ook? Die landsgrens die daar sinds nog niet zo gek lang geleden ligt betekent niet dat de mensen aan de andere kant van die streep minder mens zijn. Al willen de ‘powers that be’ ons wel doen geloven dat dat heel erg belangrijk is. Verdeel en heers. Het is een bekend concept natuurlijk. Maar ik verzoek u allen eens in stilte bij uzelf te rade te gaan over de onzin achter dergelijke terminologie. Tijdens de minuut stilte die in de Dodenherdenking ingecorporeerd zit bijvoorbeeld. Doe er uw voordeel mee. In tijden van crisis na crisis na crisis is het misschien heel wijs om over overgewaardeerde emoties als nationale trots heen te stappen en het grote plaatje eens onder ogen te zien. We hebben de hele planeet geglobaliseerd tot één systeem. Eén ‘biomacht’ zouden Antonio Hardt en Michaël Negri waarschijnlijk zeggen op basis van hun volkomen onleesbare meesterwerk ‘Empire’. De mensheid houdt niet op bij een landsgrens. En de mensheid heeft nog een heel heel lange weg te gaan. Crisistijd. Wen er maar aan zou ik zeggen. Ik zie het niet op korte significant termijn beter gaan.

* En dan ga ik er voor het gemak even van uit dat alle theorievorming wat betreft de machtige orde der Illuminati die achter de schermen zou aansturen op een wereldregering en een duistere heerschappij waarin zijzelf uiteraard de centrale plaats zou moeten innemen – overdreven nonsens van paranoïde beeldschermfilosofen is. En de mythen die bestaan over deze orde hebben weinig van doen met het Platoonse idee van de Verlichte filosoof-koning die wel even het grootste goed voor het grootste aantal mensen zou komen nastreven. Dat er voor een open en democratische samenleving ongezond invloedrijke machtsstructuren bestaan die op een slinkse wijze heel erg veel invloed uitoefenen beschouw ik dan ook maar even als een gevolg van een historische ontwikkeling binnen het kapitalistische systeem die tot een vreemde vorm van aristocratie geleid heeft. Of als netwerkproblemen waardoor de geschiedenis sneller gaat dan onze politieke praktijk kan bijhouden. Ook omdat ik anders te paranoïa word en dat is slecht voor het hart ofzo. En omdat het hele verhaal anders wel een heel erg fatalistisch en gedetermineerd tintje krijgt. Ik ben een groot fan van het vrije denken en heb niet zoveel op met fatalistische onheilsprofetieën. Toch geïnteresseerd in paranoia? Lees maar eens het aan genialiteit grenzende epos ‘De dertien satanische bloedlijnen’. Ik heb een aantal nachten onrustig geslapen. Misschien blijken dit soort complotten uiteindelijk zo onwerkelijk en onverstelbaar te zijn dat het gewoon wél echt waar is maar dat niemand het durft te geloven. Omdat het zo onvoorstelbaar is. Enge shit, wat ik je brom. Scheelt wel gedoe. Want het ontheft mij als burger weer van elke vorm van verantwoordelijkheid. Proost. Ik wacht de apocalyps lekker af met een goede fles wijn erbij.

De wereld, de wereld. Hij draait door.

mei 2009

Nieuwsitems. Ze worden aan de lopende band over ons heen gestort. De wereld is groot en er gebeurt vanalles. Het is ook best belangrijk om een beetje up-to-date te blijven wat betreft die wereld. Ik woon er namelijk ook op. En jij ook. Informatie is een centraal element van de kenniseconomie. Je moet erbij blijven. Always stay connected. Het lijkt wel een fulltime baan af en toe. Alleen krijg je er niet voor betaald.

We schrijven het jaar des heren 2009 en het meest gesloten land ter wereld schiet met raketten. Het bijna wanhopig indrukwekkend doende Noord-Koreaanse regime zegt dat het niks is om je druk om te maken. De Japanners en de Amerikanen vinden van niet. Deze natie hoort tenslotte tot de inmiddels legendarische ‘As van het Kwaad’ (the Dark Side of the Force zeg maar). En landen die daartoe behoren doen per definitie nooit vriendelijke of onschuldige dingen. Je hoort niet voor niets bij de ‘As van het Kwaad’ tenslotte.

Via de Russen wordt gepoogd de Iraniërs ervan te overtuigen geen atoom-bommen-danwel-centrales meer te bouwen. Omdat dat gewoon niet kan. Non-proliferatie van enge wapens die het definitieve einde van ons allemaal kunnen betekenen mits daadwerkelijk gebruikt, centreert zich dan ook vooral in landen die we niet moeten. Terwijl de Amerikaanse Vijfde Vloot niet heel ver buiten Iraanse wateren ronddobbert met geladen kanonnen. Mochten de Iraniërs hun wapentuig niet willen afstaan kunnen we ze tenminste overhoop schieten. Als het hier al om wapentuig gaat natuurlijk. Ahmedinejad hoeft niet heel erg ver over de grens te kijken waar het instant-democratie leverende Amerikaanse buitenlandbeleid toe in staat is. Niet heel vreemd dat de man een beetje achterdochtig is ten opzichte van de goede bedoelingen van ons westerlingen. Leefden we nog maar in de jaren tachtig toen Iran en Irak nog lekker gewoon onderling ruzie maakten.

Somalische piraten blijven in de Golf van Aden Europese vrachtschepen enteren. En dat doen ze vrij goed. Zo goed dat trotse Europese fregatten het transport tegenwoordig dienen te vergezellen langs de immer dreigende niet-eens-ooglapjes-dragende piraten. Gouden eeuw my ass. Jan-Peter! Als je nou eens een oerhollandsche Viermaster rond Kaap de Goede Hoop zendt om het transport van kruiden en specerijen en oliën uit de Oost niet te laten stagneren. Hoezee! Lijkt mij goed. Die piraten weten niet wat ze overkomt. Dat garandeer ik!

Verder hoorde ik een als een kind zo blije Hans van Baalen bij het grote debat tussen de Europese lijsttrekkers bij Pauw & Witteman van de week de PVV voor rechtse vis uitmaken. Hansje mocht ook eens! Boah. Maar goed. Dit grotendeels tot politieke oneliners beperkte debat was al vreemd gezien het feit dat een aantal hoogst irritante VVD-ers de godganselijke uitzending ‘Stem VVD’-bordjes in beeld rond zaten te zwaaien vanuit het publiek. Nou is de Europese politiek sowieso een beetje een moeilijk onderwerp. Het zogenaamde democratisch tekort en dergelijke in aanmerking nemend. En de totale desinteresse en wantrouwen in dat voor een te groot deel bureaucratische achterkamertjessysteem. Maar zwaaien met bordjes helpt niet mee aan het serieuzer nemen van de Europese verkiezingen. Begrepen? Bordjes helpen NIET.

Ik weet het. De wereld zit vrij vreemd in elkaar af en toe. En toch. Tegen wil en dank
doen er binnen mijn personal bubble heel andere dingen toe. Dingen die binnen in het grote geheel totaal niet belangrijk lijken. Dingen als meisjes. Dingen als het feit dat er geen drank meer in huis is of dat ik morgen weer moet werken omdat ik een nieuw skateboard wil kopen. Dingen als op toer gaan met de band. Dat soort dingen. Ik dan zit met een jointje aan het water te denken over die dingen. Naast me ligt dan de krant en één of ander politiek-filosofisch boek geschreven door de één of andere slimme man (of vrouw. Natuurlijk). En ik probeer heel erg hard om de wereld te begrijpen. Om er een beetje wat zinnigs van te maken. Maar op een gegeven moment kan het me echt niet meer boeien. Want voor mij zijn dingen als drank en dames en gitaren heel belangrijk. Al lijkt dat misschien een beetje egoïstisch. Want er zijn heel veel belangrijker dingen in de wereld aan de gang. Maar toch is het zo. En de wereld. Die blijft maar draaien. Tot ‘ie er mee ophoudt. En dan draait ‘ie niet meer. Zo gaan die dingen.

donderdag 19 maart 2009

Vlaanderen! Vlaanderen!

maart 2009

Ik was er gisteren weer. In België. Bij onze zuiderburen. Ik vind het een geniaal land. Vanaf het passeren van de grens schijnt alles anders te worden, gelden er andere wetten en kan ik mijzelf weer voorbereiden op een stormachtige achtbaanrit van verbazingwekkendheden die de oplettende bijrijder in alle hoeken en gaten kan vinden. Ik kom er o zo graag. Waar Nederlanders een stel zeikerds bij elkaar zijn hou ik graag vast aan het waarschijnlijk niet voor de volle honderd procent correcte beeld van de Belg als een onophoudelijk pinten drinkende, gezellige, doch niet altijd even goed verstaanbare goedzak. In Nederland hebben we een enge troep moraliserende gristenen aan de macht. In België doen ze daar niet aan. Regeringen.* Net als goed begaanbare wegen. Als ik ooit naar België verhuis ga ik werken als ambtenaar op het Belgische ministerie waar ze de wegenbelasting kennelijk per ommegaande in de lokale kroeg omzetten in grote sloten Jupiler. Waarschijnlijk in Brussel. Wat gewoon ook een mooie stad is. Met op zijn minst twintig keer zoveel allure als ons eigen opperdorp Amsterdam. Ik hou van Brussel. Ik ben daar ooit blijven slapen bij een meisje, na een avond heerlijk Bourgondisch in de kroeg zitten vergezeld van een goede voorraad Belgische trappisten. Ik heb iets met Belgische deernes (ook met Belgische bieren overigens. Een goede Belgische trappist degradeert onze nationale slootwaters per direct terug de Noordzee in). Ik admireer ze. Ik aanbid ze bijkans. Als een Belgische schone met bijpassende tongval tegen me aan begint te converseren smelt ik binnen pakweg anderhalve seconde volkomen, en verander direct in niet veel meer dan een dom voor zich uit brabbelende Ollander die zich te min voelt om zelfs maar de voeten te mogen kussen van deze godin.

Daarbij heeft België met het Westvlaams de meest vreemde variant van de Nederlandse taal OOIT weten voort te brengen. Volledige lettergrepen worden simpelweg niet uitgesproken ofwel ingeslikt. Alle g’s worden als een h uitgesproken. En er is meer van dat moois. Wat meestal leidt tot conversaties die inhoudelijk volkomen langs elkaar afgaan en onvrijwillige maar niet te stoppen lachstuipen aan de kant van den Ollanders over gouden zinsconstructies als ‘ik heef u zo drek enen dzjoef o uhen muul. Hij Ollander!’ (fonetisch proberen te lezen aub. Geen prijsvragen aan het juiste antwoord verbonden verder).

Maar het mooiste blijf ik toch vinden dat ik elke keer als ik België binnenrij op de één of andere manier weer op iets nieuws verbazingwekkends weet te stuiten. De uitbater van een Antwerps fritkot die beweert zijn fritten in aardolie te bakken. Een dronken lilliputter (een echte) in Maasmechelen die zich al rennende tegen het voorhoofd weet te schoppen. In de meest obscure, afgelegen, van alle voorzieningen gespeende Belgische gehuchten waar je dan weer wel 24 uur per dag brood én Jupiler uit de muur kunt trekken. Een goede week na de beëindiging van de jaarlijkse carnavalsfestiviteiten een groep verklede en dronken Belgen aantreffen die de feestvreugde nog geen vaarwel hebben kunnen zeggen. Een bedrijfje in een Vlaams plattelandsdorpje dat adverteert middels een bord waarop staat: ‘TUIN DIER BAKKEN’. Een multi-interpretabele reclameslogan danwel productaanprijzing die ik nog steeds niet volledig begrijp. Maar dat soort dingen geeft het leven wel kleur. Dat soort dingen houdt het leven spannend.

Het leven is één groot avontuur in België. Ik ben er uit. De hemel ligt in België. O nee. De hemel ís België.

* Technisch gezien ligt het machtspolitieke centrum van de Europese Unie dus in een land waar ze zelf geen regering hebben weten te vormen. Wat op zich (als je er niet al te lang over nadenkt) best een grappig gegeven is.

Achter het rooie, rooie licht

maart 2009


Ik heb net tot laat college gehad. Na de gewoonlijke napraatpeuk voor de universiteitsbibliotheek loop ik over de Amsterdamse wallen naar de tram die mij verder huiswaarts zal transporteren. Wandelen over de wallen. Ik vind het keer op keer een vreemde gewaarwording. Ik loop een hoekje om en de felle neonreclames schreeuwen me tegemoet. Hoeren en coffeeshops. Vind je het gek dat veel Amerikanen denken dat Nederland saaie een buitenwijk is van dit Amsterdam? Ik trek mijn petje dieper over mijn ogen en vervolg mijn tocht door dit walhalla van vrijheid. Hier kan en mag alles. Hier moet alles mogen en alles kunnen. Omdat het kan. Zoals zo vaak wandel ik een beetje in gedachten verzonken naar mijn bestemming toe. Ik blijf even staan om mijn sigaret aan te steken en hoor een zacht getik op het raam naast me. Een prostituee in minimale lingerie wenkt naar me en probeert er zo aanlokkelijk mogelijk bij te kijken. Ze denkt waarschijnlijk dat ik een toerist ben die allicht wel eens wil proeven van de geneugten van de Hollandse vrijheid. Of een onopvallende eenzamerd die op zoek naar wat stiekem geneuk over de wallen rondslentert.


Ik staar wat over de gracht. Amsterdam ziet er mooi uit zo in het langzaam invallende schemerlicht. Ik trek aan mijn sigaret en loop een steegje in. Ik word bijna omgelopen door een mannetje dat kennelijk nogal veel haast heeft. Hij schiet een bordeel uit en de deur valt achter hem dicht. Ik kijk het mannetje na terwijl hij zich snel en een beetje nerveus rond zich heen kijkend uit mijn gezichtsveld verwijdert. De Oost-Europees uitziende dame van lichte zeden naast me staart naar me met een uitdrukkingsloze glimlach op haar net niet uitgemergelde gezicht. Een nors kijkende Surinamer met een dikke gouden ketting om kijkt me boos aan. Ik maak me maar uit de voeten. Ik heb honger en ik wil naar huis. Maar ik vraag het me toch vaak af. Wat er zich allemaal afspeelt ver achter die rood verlichte ramen. Het is daar te rood. Het is daar te onecht. Te onmenselijk misschien. Waarschijnlijk spelen zich daar dingen af die ik eigenlijk niet eens wil weten. Dingen waar een normaal mens niet aan wil denken. Vuige seks met dikke, harige lelijkerds. Met leer en zweepjes en dat soort accessoires. Bijvoorbeeld. Bwaah. Hebben sommige vrouwen gewoon heel erg weinig zelfrespect of worden er hier veel vuilere spelletjes gespeeld? Daar achter het rode licht?


Ik weet het. Het is het oudste beroep ter wereld. Maar toch vertrouw ik dit soort etablissementen niet helemaal. Hoe vrijwillig is uit ‘vrije wil’ precies? Het risico op shady business is me hier iets te groot. Eerlijk gezegd voel ik me hier altijd een klein beetje ongemakkelijk. Maar toch, op een gekke manier fascineert het me allemaal en slenter ik graag rond over de wallen.


Ik fluit een liedje en kijk om me heen. Mooi is het wel hier. Op de wallen. In hartje Amsterdam. En ergens. Heel klein in een hoekje verborgen, daar is voor mij persoonlijk het mooiste plekje van de wallen te vinden. Daar heeft iemand met een dikke markeerstift iets op de muur geschreven. Een boodschap, voor iedereen te lezen die het lezen wil. Stop slavetrade, staat er. Slavernij is inderdaad nog niet iets wat volledig in het verleden ligt. Vermoed ik.

dinsdag 10 februari 2009

Bye bye George en de grote Obamamania!

januari 2009

Zo hee. Weer even ferm erin springen. Even een duidelijk openingsstatement. Ja. Daar hou ik van. Barack Obama is een neger. Dat is u allicht al eerder opgevallen. De machtigste man op aarde is zwart. Er zit een zwarte man in het Witte Huis (huhuhuhuhuhu). En het is heel erg mooi dat zoiets mogelijk is anno 2009. Dat meen ik. Zoiets geeft aan dat we ons eindelijk voorbij allerlei racistische onzintheorieën hebben weten te emanciperen als mensheid. Maar (en dit is een hele grote Maar. Deze Maar is niet voor niets met hoofdletter natuurlijk). Maar. Dat wil niet zeggen dat hij dan automatisch een goede president zal zijn. Macht discrimineert niet. Macht corrumpeert ook de zwarte mens. Laat dat even bezinken tussen alle Obamamanische euforie door. Natuurlijk begrijp ik heel goed dat voor iemand die de dagen van de rassenscheiding heeft meegemaakt, de inauguratie van de eerste negroïde president van de Verenigde Staten van Amerika een heel erg emotioneel moment geweest moet zijn. Ik ben ook niet van steen. Ik vond dat ook mooi om te zien. Maar (daar is ie weer. Met hoofdletter en al). Uiteindelijk is enige vorm van scepsis nog wel op zijn plaats lijkt mij. Zeker omdat Barack in de hoofden en gedachten van velen al een aantal liter water in erg goede wijn heeft omgezet en hij al kilometers zee richting Midden-Oosten uiteen heeft doen splijten om daar de zaken nou eens definitief recht te trekken. Maar zo werkt dat natuurlijk niet. Je kunt geen water in wijn veranderen. Dat zou te mooi zijn.

Dat Keizer George II ons de afgelopen acht jaar heeft getrakteerd op politiek gekonkel en op een stupide neoliberaal lekker-zakkenvullen-voor-de-rijken wanbeleid hoef ik niet meer uit te leggen. Dat ik ben blij ben dat onze schietgrage cowboy weer weggestopt kan worden in het droge stof van zijn geliefde Texas ook niet. Dat ik opgelucht ben dat de neoconservatieve haviken met hun dubieuze agenda éven de greep op de macht een ietwat kwijt zijn en dat er nou misschien eens andere belangen gaan prevaleren boven die van degenen die toch al heel rijk én verslaafd aan het zwarte goud zijn – dat moge ook duidelijk zijn. Dat ik in de democraat Obama meer vertrouwen heb ga ik in geen geval ontkennen. Maar ondanks dat hij de vergelijking met zijn voorganger meer dan glansrijk doorstaat wil ik één ding duidelijk maken. Deze man is niet de messias die binnen pakweg zes-en-een-halve dag de ondefinieerbare puinhoop die acht jaar G.W. Bush heet even op komt vegen. Ook Barack Obama is gewoon een rechtse eikel. Alleen in dit geval een zwarte, rechtse eikel. Want zonder tot op zekere hoogte een rechtse eikel te zijn red je het sowieso niet in de politiek in het conservatieve Amerika. Ook Obama is een grootverdiener en ook Obama heeft denkbeelden die vanuit Europees perspectief een stuk rechtser zijn dan we hier gewend zijn. Maar het belangrijkste blijft toch het volgende. Het mantra dat Obama het Witte Huis in heeft gelanceerd hoeft niet per definitie tot de beloofde verandering te leiden. Of zoals John Micklethwait verduidelijkt in The Economist (19 November): ‘Peace in the Middle East will not break out just because the new president’s middle name is Hussein’.

Sentimenten zijn niet de beste beoordelingsmaatstaf in de politiek. Ik denk dat dat vooral heel handig is om niet te vergeten. Voorbeeldje. Toen minister Van der Hoeven onlangs in een spoeddebat(je) in de Tweede Kamer over de verkoop van grote energiebedrijven door allerlei lagere Nederlandse overheden (die geld nodig hadden om snelwegen te verbreden enzo) SP fractievoorzitster Agnes Kant duchtig de les las, voelde ik bijna sympathie voor de uitspraken van de minister omdat ze in een Limburgse tongval gedaan werden. Limburgs is mooi. Zo zonder harde ‘g’ en met een vriendelijke, bijna zangerige flow. Wat de uitspraken van de minister inhoudelijk niet minder dom maakte natuurlijk. Kant had gewoon gelijk en de energievoorziening uitverkopen aan de vrije marktwerking is een idioot plan. Dus. Emotie kan het objectieve oordeel zeker weten vertroebelen. En dan kun je uiteindelijk met heel nare gevolgen geconfronteerd worden. Als je opeens zonder elektriciteit zit bijvoorbeeld. Of als de messias opeens helemaal niet zoveel change brengt als je in eerste instantie had gehoopt.

Het zegt heel veel over de Verenigde Staten dat het mogelijk is dat een kleurling leider van het land wordt. Dat is een mooi iets en daar zijn we ook blij om. Ondanks onze ontzettend grote bek over vanalles en nog wat zie ik Ahmed Aboutaleb nog geen minister-president van Nederland worden in de komende tien jaar. Maar in de praktijk heeft Obama’s kleurtje natuurlijk helemaal niks te maken met zijn te voeren beleid. Al is het sluiten van concentratiekamp Guantanamo een heel erg verstandig begin. En dat geeft hoop voor de toekomst. Hoop op verandering. Want dat is waarom Obama het Witte Huis in is gekatapulteerd. Change we can believe in!

De globale politiek is het daar volledig mee eens. Wat ik oprecht vreemd vind. Balkenende spreekt heel solidair zijn steun uit (logisch) en hoopt ook dat de kersverse leider van de vrije wereld de door hem beloofde change weet te realiseren (onlogisch). Bij mijn weten heeft de Nederlandse regering George Walker Bush toch vooral gesteund al die jaren. Balkenende mocht de baas een handje komen geven in Washington en hij steunde netjes de illegale inval in Irak. Zoals een trouw bondgenoot betaamt. Vervolgens mocht er geen parlementair onderzoek komen hieromtrent toen bleek dat het een gigantische voorraad gebakken lucht bleek te zijn. Stel je voor dat zou blijken dat die hele oorlog alleen om energieleveranties of om Irakese olie ging. Stel je voor dat we daar ingetrapt zouden zijn. Of er zelfs vanaf wisten omdat wij daar ook van kunnen meeprofiteren. Shell is nog steeds gedeeltelijk Nederlands en die hebben nou net weer allerlei lucratieve Irakese oliecontracten binnengesleept. Lijkt me sterk dat je zit te wachten op change als je net lekker bakken met geld binnensleept.

En nu dan? Moeten heel veel mensen nu bang worden dat een altijd rechtvaardige Sint Obama hun woekerwinsten zal gaan indammen? Amerikaanse tegenstanders (voornamelijk Republikeinen gek genoeg) slaat immers de schrik ook al om het hart dat Obama de Verenigde Staten in een ‘socialistische staat’ wil veranderen. Of zal het uiteindelijk toch wel meevallen met die change allemaal?

Bladiebladiebla. Ik laat de algehele Obamamanie even langs me heen trekken als dat mag. Ik blijf lui op de bank zitten. Ik contempleer me een ei lek en ik spui te pas en te onpas kritiek waar niemand op zit te wachten. Want zo ben ik. Mooi man.

Oude gebouwen zijn mooie gebouwen..

december 2008

Even vooropgesteld. Ik ben niet religieus. Ik heb niets met het katholicisme behalve dat ik vroeger toen ik klein was naar de kerk moest. Eerlijk gezegd beschouw ik georganiseerde religie als een groot gevaar voor de (moderne) samenleving en als een eeuwenoude bron van conflicten en brandhaarden en allerlei ander fijns. Ik ben groot fan van het vrije denken en ben blij dat de moderniteit mij heeft bevrijd uit de klauwen van allerlei eeuwenoude religieuze dogma’s. Ik zie niet in hoe diepgeworteld en voor een aanzienlijk deel op machtspolitiek gefundeerd geloof in een alwetende godheid nog langer een echt toegevoegde waarde kan hebben aan onze samenleving. Heel erg oude boeken zijn nog steeds geen realistische weergaven van de werkelijkheid. En zeker niet letterlijk toepasbaar op de werkelijkheid van nu. Maar dat betekent niet dat ik voorstander ben van het slopen van cultuurgoed en het uitwissen van de geschiedenis. Zeker niet als in deze kwestie het winststreven van de vastgoedsector ook nog eens een belangrijke rol speelt.

Ik woon er al een tijdje niet meer. Maar Limburg (ONDER SITTARD) blijft nog steeds mijn thuishaven. Waar ik in de toekomst ook verzeild raak, mijn wortels zullen altijd in de drek van de oostelijke mijnstreek blijven liggen. En daar kan geen Amsterdammer wat aan veranderen. Ik hou van dat stukje heuvelland, in al zijn facetten. Als ik dan lees dat er van de oorspronkelijke vierhonderd Limburgse kloosters er nog maar 81 rechtstaan waarvan er dan ook nog eens 26 leegstaan vind ik dat een beetje triest. Zeker als ik lees dat er dan ook nog een leger projectontwikkelaars op die locaties zit te azen, om na een onderhands dealtje met de één of andere lokale wethouder die oude kloosters van de aardbodem weg te vagen en er een stapel lelijke appartementen neer te flikkeren. Daar wordt ik niet vrolijk van. Daarbij is nieuwbouw over het algemeen spuuglelijk en oude kloosters over het algemeen mooi en een toegevoegde waarde aan de omgeving. Kloosters werden net zoals zoveel oude gebouwen opgetrokken met een blik op de eeuwigheid. Nieuwbouw met een blik op efficiëntie. En zelfs dat mislukt dan nog wel eens. In mijn oorspronkelijke thuisstadje Landgraaf ligt tegenwoordig namelijk een gapend groot gat. Een gat omdat men hier de oorspronkelijke bebouwing besloot te slopen om plaats te maken voor, jawel, appartementen. Na de sloop van wat er al stond bedacht men zich echter dat er misschien helemaal niet zo veel vraag is naar nieuwe appartementen in een streek waaruit iedereen als gevolg van de nogal deplorabele werkvooruitzichten langzaamaan besluit weg te trekken. Briljant. Gevolg: het gat. En nee zo’n gat in de markt is verre van mooi.

Dus. Laat gewoon staan die kloosters. Het mijnverleden is al professioneel genoeg uit het landschap en langzamerhand ook uit het collectieve geheugen gewist. Die kloosters horen bij Limburg. Schoonheid van stad en land is ook belangrijk voor kwaliteit van leven. UNESCO heeft niet voor niks een Werelderfgoedlijst. Ik voel nog steeds wat kriebelen als ik station Heerlen binnentrein en de schachttoren van de Oranje Nassau I zie opdoemen. Ik hou van Limburg. Inclusief dorpskroegen. Inclusief carnavalsverenigingen. Zelfs inclusief Kerkrade (nou ja. Dat wordt getolereerd). En inclusief kloosters. Alstublieft.

Piraten vs. Vikingen!

november 2008

Vroeger vond ik piraten helemaal de shit. Met de via mijn zakgeld verkregen Lego bouwde ik altijd buitenproportioneel grote piratenschepen en op kamp met scouting (ja ik heb op scouting gezeten ja. Iedereen maakt fouten.) bouwden we houten boten met heuse touwladders waar we dan vervolgens niet al te hoog in mochten klimmen. Piraten waren toen gewoon cool en nu stiekem nog steeds. Boys will be boys, je weet toch. Piraten deden altijd lekker wat ze zelf wilden doen en dat was meestal datgene wat eigenlijk niet mocht. Vikingen daarentegen, vond ik stukken minder cool. Een piraat koos vanuit zijn per definitie rebelse inborst voor zijn vrijbuitersbestaan, maar viking werd je zo’n beetje noodgedwongen omdat je toevallig uit een koud land kwam waar de winden ijzig en de levensmiddelen schaars waren. Daarom ging je dan maar in je elandenvel op strooptocht en boezemde je de kuststrook van gans Europa angst in omdat je anders thuis ruzie met moeder de vrouw kreeg. Een stuk minder romantisch dan de brandewijn drinkende en in tropische havens aanmerende piraat.

Zo ook tegenwoordig. De IJslandse premier Geir Haarde sprak een tijd terug nog vol trots over de vikingmentaliteit* toen allerlei IJslandse bedrijven Europa introkken op zoek naar nieuwe markten en grotere winsten. En trots dat de beste man was. Maar het was snel gedaan met de nieuw hervonden vikingmentaliteit toen banken als IceSave met dank aan verdampende investeringen instortten.

Nu staat IJsland op de rand van de afgrond. Muiterij dreigt. De viking brult niet meer. De piraat daarentegen blijkt nog springlevend. Zo springlevend zelfs dat het mogelijk blijkt te zijn om een tanker met daarin pakweg de helft van de voorraad olie die Saoedi-Arabië dagelijks produceert te kapen. Twee miljoen vaten. Daar kan Blauwbaard nog een behoorlijk puntje aan zuigen. En omdat die olie heel erg belangrijk is voor ons globale systeem worden we weer ouderwets bang voor piraten. Terug naar de Gouden Eeuw. Zo dreigen Rita Verdonk en al die andere neo-nationalisten in het duistere kielzog van Pim Fortuyn verdomme toch nog hun zin te krijgen. Maar goed. We zijn dus bang. Minister Verhagen wil meer geld voor defensie om ‘aanvoerlijnen van energie’ te beschermen. Dit terwijl er geen enkel land ondersteuning wil geven aan de oproep van meneer Ban Ki Moon om een vredesmissie naar al lang over het randje van anarchie geflikkerde landen in de piraterijregio te sturen. Maar verdomme. Die piraten pikken onze olie in en die hebben mensen zoals jij en ik hard nodig om in de file te kunnen staan. Maar voorwaar ik zeg u. Katten in nauwe posities of mensen in gebieden waar oorlogen en hongersnoden heersen maken rare sprongen. Kijk maar eens naar het noorden. Naar de vikingen. Die zijn ook behoorlijk aan het muiten geslagen sinds al hun kapitaal verdampt is. Dus beste Rita. Luistert waarde Geert. Zit nou eens niet zo in over die tsunami van islamisering. Tegen tsunami’s hebben we immers de Deltawerken uitgevonden en daar zijn we als Nederlanders maar wat trots op. Het gevaar zit hoger. Noordelijker. Kouder. Holland! Beschermt uw kusten! De vikingen! Ze komen er aan!

* Die fascinatie van nationale leiders met ’s lands historie beperkt zich niet tot de vikingen in IJsland trouwens. Naast dat onze (gelukkig bijna voormalige) leider van de vrije wereld King George 2nd het liefst in lederen laarzen en getooid met een grote cowboyhoed tussen zijn Texaanse koeien rondbanjert, kan ik me nog iemand anders herinneren die niet al te lange tijd geleden trots repte over de terugkeer van de ‘VOC-mentaliteit’. En dat in een geglobaliseerde wereld. Jongens toch.

Zondagochtend

november 2008

Grappig hoe de hele wereld opeens langs je heen lijkt te trekken. Overal gebeuren er belangrijke dingen, maar ze maken me niks meer uit. Ik zit op een bankje langs de Amstel mistroostig voor me uit te staren. Ziel onder de arm, waterlanders niet ver uit de buurt. Het is weer eens uitgegaan. Mijn inmiddels ex-vriendin heeft weer eens de woorden gesproken die ik al zo vaak gehoord heb en waarvan ik hoopte dat ik ze dit keer niet nog eens zou hoeven horen. Niet van haar. Niet ook nog van haar. Ik wandel maar wat verdwaasd door het centrum van Amsterdam. Colleges kunnen me nou niet boeien. Solliciteren kan me nou niet boeien. De wereld kan me nou niet boeien. Ik ben het absolute middelpunt van mijn eigen kleine universumpje. Helemaal Remi ditmaal. Ik moet de toekomst weer alleen aanvallen. Daarom zit ik nou in de miezerregen op een bankje en vertrouw mijn gedachten maar weer eens toe aan het papier. Waarvoor dank aan het papier. En aan mijn pen. Nee. Afscheid nemen is geen hobby van me en zal dat ook nooit worden. Maar soms kun je gewoon niet anders. Vaar wel. Al ben ik er op het moment niet zeker van of ik dat laatste echt meen.

Wereldnieuws

november 2008 (heel vroeg 's ochtends ergens)

Ik lig op te bank het wereldnieuws te kijken. Presidentsverkiezingen in Amerika. Wereldnieuws naar men zegt. Het lijkt alsof de rest van wereld even stilstaat en muisstil zijn adem inhoudt in blijde verwachting. Vreemd om je te realiseren dat die ene man die vannacht verkozen zal worden als de nieuwe leider van de vrije wereld ook op mijn leven invloed zal gaan hebben. Zal John McCain en zijn uit een slecht stripverhaal weggelopen sidekick ons nog een aantal jaren komen plezieren met neoliberaal wanbeleid? Of zal halfbloedheld Barack Obama de door hem beloofde change weten de realiseren? En hoe zal hij dat dan gaan doen, bij voorbaat al opgezadeld met het geopolitieke moeras dat hem door zijn voorganger nagelaten wordt? Zal het emancipatieproces dat ooit zijn aanvang nam met Rosa Parks die in 1955 weigerde op te staan en achter in de bus plaats te nemen, in 2008 uiteindelijk culmineren in de eerste zwarte Amerikaanse president? Het zal me benieuwen. Ik wacht af. De wereld wacht af. Op wat één land zal kiezen. Het rode balkje onder in beeld van mijn televisie houdt mij op de hoogte van wat er komen gaat. Ik verkeer ergens in het sluimergebied tussen halfslaap en een bij voorbaat al mislukte poging om wakker te blijven. Wat hier gebeurt is belangrijk. Ik vraag me af hoe de wereld van morgen er uit zal zien. We wachten allemaal af. We wachten allemaal wat de toekomst zal gaan brengen in ons ondergaande avondland.