donderdag 19 maart 2009

Achter het rooie, rooie licht

maart 2009


Ik heb net tot laat college gehad. Na de gewoonlijke napraatpeuk voor de universiteitsbibliotheek loop ik over de Amsterdamse wallen naar de tram die mij verder huiswaarts zal transporteren. Wandelen over de wallen. Ik vind het keer op keer een vreemde gewaarwording. Ik loop een hoekje om en de felle neonreclames schreeuwen me tegemoet. Hoeren en coffeeshops. Vind je het gek dat veel Amerikanen denken dat Nederland saaie een buitenwijk is van dit Amsterdam? Ik trek mijn petje dieper over mijn ogen en vervolg mijn tocht door dit walhalla van vrijheid. Hier kan en mag alles. Hier moet alles mogen en alles kunnen. Omdat het kan. Zoals zo vaak wandel ik een beetje in gedachten verzonken naar mijn bestemming toe. Ik blijf even staan om mijn sigaret aan te steken en hoor een zacht getik op het raam naast me. Een prostituee in minimale lingerie wenkt naar me en probeert er zo aanlokkelijk mogelijk bij te kijken. Ze denkt waarschijnlijk dat ik een toerist ben die allicht wel eens wil proeven van de geneugten van de Hollandse vrijheid. Of een onopvallende eenzamerd die op zoek naar wat stiekem geneuk over de wallen rondslentert.


Ik staar wat over de gracht. Amsterdam ziet er mooi uit zo in het langzaam invallende schemerlicht. Ik trek aan mijn sigaret en loop een steegje in. Ik word bijna omgelopen door een mannetje dat kennelijk nogal veel haast heeft. Hij schiet een bordeel uit en de deur valt achter hem dicht. Ik kijk het mannetje na terwijl hij zich snel en een beetje nerveus rond zich heen kijkend uit mijn gezichtsveld verwijdert. De Oost-Europees uitziende dame van lichte zeden naast me staart naar me met een uitdrukkingsloze glimlach op haar net niet uitgemergelde gezicht. Een nors kijkende Surinamer met een dikke gouden ketting om kijkt me boos aan. Ik maak me maar uit de voeten. Ik heb honger en ik wil naar huis. Maar ik vraag het me toch vaak af. Wat er zich allemaal afspeelt ver achter die rood verlichte ramen. Het is daar te rood. Het is daar te onecht. Te onmenselijk misschien. Waarschijnlijk spelen zich daar dingen af die ik eigenlijk niet eens wil weten. Dingen waar een normaal mens niet aan wil denken. Vuige seks met dikke, harige lelijkerds. Met leer en zweepjes en dat soort accessoires. Bijvoorbeeld. Bwaah. Hebben sommige vrouwen gewoon heel erg weinig zelfrespect of worden er hier veel vuilere spelletjes gespeeld? Daar achter het rode licht?


Ik weet het. Het is het oudste beroep ter wereld. Maar toch vertrouw ik dit soort etablissementen niet helemaal. Hoe vrijwillig is uit ‘vrije wil’ precies? Het risico op shady business is me hier iets te groot. Eerlijk gezegd voel ik me hier altijd een klein beetje ongemakkelijk. Maar toch, op een gekke manier fascineert het me allemaal en slenter ik graag rond over de wallen.


Ik fluit een liedje en kijk om me heen. Mooi is het wel hier. Op de wallen. In hartje Amsterdam. En ergens. Heel klein in een hoekje verborgen, daar is voor mij persoonlijk het mooiste plekje van de wallen te vinden. Daar heeft iemand met een dikke markeerstift iets op de muur geschreven. Een boodschap, voor iedereen te lezen die het lezen wil. Stop slavetrade, staat er. Slavernij is inderdaad nog niet iets wat volledig in het verleden ligt. Vermoed ik.