woensdag 9 november 2011

De laatste metro

september 2011

Het groene neonlicht van het metrostation doet mijn geest op een onbegrijpelijke manier fonkelen. De stilte van de nacht wordt doorkliefd door een aanstormende metro. De dag nadert zijn einde. De nacht zijn begin. Gelukkig ben ik een nachtmens.

--

Na een dag kantoorwerk zetel ik mijzelf, wat eerder vandaag, rustig op de bank in mijn appartementje net buiten Amsterdam. Zoals gewoonlijk op deze tijd van de dag, eindelijk de tijd om de krant te lezen terwijl een bak koffie zijn op handen zijnde aanwezigheid pruttelenderwijs duidelijk maakt. In de werkhectiek van telefoontjes beantwoorden, formulieren invullen, e-mail in de gaten houden en de onvermijdelijke geanimeerde gesprekken bij de koffiemachine komt het lezen van de krant nogal eens in het spreekwoordelijke verdomhoekje terecht. Aldus concludeer ik nu dat Steve Jobs is overleden. Jammer man. Appleaanbidders vallen collectief op hun knieën voor het altaar van het overleden genius. God is dood, kennelijk. In dit geval niet eens volgens Nietzsche. Maar volgens adepten van de technocratische utopie. Helaas voor god.

Ik blader verder door mijn krantje en een berichtje trekt de aandacht. Vooral door zijn kleine formaat. De bommentapijten die de NAVO professioneel over Libië uitpleisteren gaan nog steeds door. Maar dat vinden we nu minder interessant. Misschien als onze voormalige bondgenoot kolonel Gaddhafi terecht gruwelijk aan zijn eind komt, dat het weer voorpaginawaardig wordt (aangezien ik zelf ook freelance als journalist werk komt dit onbewust dicht bij metaschrijven trouwens. Wauw. Metaschrijven). Maar het bommentapijt vinden we nu niet zo heel belangrijk want teveel doden achter elkaar wordt snel saai.

Ik kan me nog helder herinneren toen de aanval op Libië begon. Ik had net een broodje falafel bestel in een Libisch eethuisje in Kopenhagen. Tegenover de legendarische Kierkegaard begraafplaats. De dood is altijd dichtbij. Het leven ook. Maar dan moet je wel iets beter leren kijken. Ik was net op weg naar het vliegveld na een artikel te hebben geschreven over het uitgaansleven in de Deense hoofdstad. Een bijzonder waterige lentezon scheen door het raam op de inmiddels op zijn tenen hangende onderkaak van de Libische eigenaar van het Libische restaurantje. De kolonel was vast geen aardige man, maar bommen zien neerdalen op het land waar je waarschijnlijk nog vrij veel vrienden en bekenden hebt wonen, dat lijkt mij persoonlijk niet echt een pretje. Duizend bommen en granaten. Letterlijk. Van de NAVO. Liefst zien we dan ook nieuwe machthebbers die vooral blijven doorgaan met olie oppompen en dat aan ons verkopen en de handelsbelangen niet schaden. Mensen die op ons lijken, geen rare islamisten met haatbaarden. Niet voor niets hebben cruciale leden van wat later de overgangsraad zou worden in het westen gestudeerd. Iedereen kan ook maar het beste worden als wij. Want wij hebben onze zaakjes zo ontzettend goed op orde. Toch?

--

Ik sta geleund op een stroomkastje op het metrostation en contempleer. De eenzame neongroene lampen geven de langzaam op het perron uiteenspattende regendruppels een apocalyptische gloed. De verlatenheid van het nachtelijke beton wordt met luid geraas doorbroken door twee lichtjes die als een dolle metalen hond om me af komen zieden. De metro is weer eens te laat. Welkom in de 21e eeuw. Steve Jobs is dood. De goden wenen. Of het regent gewoonweg weer eens.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten