dinsdag 25 september 2012

Rellen!

Er is wat af gereld de afgelopen dagen.

Maar terwijl Nederland zwelgt in een miserabele staat van in zichzelf gekeerd vingerwijzen over waarom de vaderlandse jeugd het nodig vond een Gronings dorpje binnen één enkele vrijdagavond in een grote puinzooi te veranderen, gebeurt er in Spanje wel echt iets. Duizenden boze burgers omsingelen het congres uit onvrede met het Spaanse beleid. De ME weet niet precies wat ze ermee aan moeten en de rechtse regering noemt het een poging tot een staatsgreep. Best heftig allemaal. De Spanjaarden hebben temidden van zich steeds verder opstapelende problemen kennelijk ook even met een half oog naar de Grieken gekeken. Want daar gaat het ook niet helemaal van een leien dakje allemaal. In Portugal begint het leger (jawel. Het leger) zich zelfs tegen de regering te verzetten. Het rommelt in het zuiden.

Ik ben geen econoom. Dus ik weet ook niet helemaal precies hoe we de huidige crisis het beste zouden kunnen aanpakken. Maar dat er dingen niet helemaal goed gaan is onderhand wel duidelijk. De banken zijn min of meer gered. De landen zitten met flinke begrotingstekorten en moeten bezuinigen terwijl de werkloosheid toeneemt en de bonussen gewoon weer stijgen. Politici zitten met de handen in het haar en proberen dat te verbloemen door in televisiedebatten in one-liners van maximaal veertig seconden de onkunde van de tegenstander aan te tonen. Dat is dan weer niet goed voor je democratie. En in tijden waarin de economie al voor genoeg problemen zorgt is een tanend geloof in de democratie al helemaal niet gunstig. Dat mensen vervolgens uit onvrede massaal op een plein gaan staan en desnoods een parlement omsingelen hier en daar vind ik dan ook helemaal niet zo raar. Of het enig effect gaat sorteren is vooralsnog niet bekend. Maar het is op zijn minst een signaal.

Goed, ik maak me dus zo nu en dan wel eens zorgen over de toekomst. Nu heb ik helaas de waarheid ook niet in pacht dus ik doe evenzogoed als de rest van Europa aan duchtig koffiedikkijken. Dat er wat broeit in Europa wordt echter steeds duidelijker. Het is namelijk best lang geleden dat we in het welvarende westen van Europa echte massaprotesten mee mochten maken. Dus dat belooft wat.

---

Ik was vrijdag in de aula van de Lutherse Kerk in Amsterdam waar de Britse politiek filosoof een lezing gaf. Over politiek, over Europa, over de wereld. Op bijzonder erudiete wijze zette de oude meester uiteen dat het al decennia lang vrij vredige Europa zichzelf niet gevrijwaard moet wanen van toenemende sociale spanningen en conflicten in de toekomst. Zeker als crisis op crisis volgt, land na land in de financiële problemen komt en bezuiniging op bezuiniging gestapeld wordt alleen om het bestaande systeem te redden van de ondergang. Een systeem niet buiten zichzelf schijnt te kunnen reflecteren en ondanks toenemende problemen op het gehele continent stug en arrogant blijft over zijn eigen onvermijdelijkheid. Als de zaken na een tijdje dan nog steeds maar zo'n beetje voort sudderen lok je wel protesten uit ja.

Behalve in Nederland. Want in Nederland zijn mensen alleen nog maar hun huiskamers uit te lokken als er een feestje gaande is. Ook al is dat in een nietsvermoedend en onvoorbereid dorpje en ten koste van anderen. Daarna volgt automatisch de schuldvraag. Dan begint het grote nationale navelstaren en vingerwijzen weer. Naar de oude media of de social media. Naar de jeugd van tegenwoordig en naar Facebook. We wijzen naar de bondscoach of de internationals omdat we het EK niet gewonnen hebben. Naar ongewassen krakers of graaiende bankiers want die moeten of een baan gaan zoeken of zijn alles schuld. Naar luie Grieken, gevaarlijke moslims, de baas die een lul is of de automaatkoffie die niet te hachelen is.

Ik hou me nog steeds liever bezig met koffiedikkijken dan met navelstaren geloof ik.

donderdag 6 september 2012

Duisternis in een dal.

Het is een donkere nacht. Nee echt, heel erg donker. Donkerder dan het donkerste zwart donker is. Eén keer eerder zag zo’n donkere nacht. Toen rookte ik een sigaret aan de oever van de Niger op een warme avond in voormalig Frans Afrika. Toen zag ik verre kampvuurtjes oplaaien in de tropennacht. Het was toen vredig in dat land. Tegenwoordig heeft een militaire coup het nagenoeg in een burgeroorlog gestort. Het kan verkeren in de wereld.

Anno nu sta ik dik ingepakt in een berglandschap anderhalf uur rijden buiten de Mongoolse hoofdstad Ulaanbaator. Ik klem mijn verkleumde handen om een glas wodka en knijp mijn ogen halfdicht. Ik zie sterren die ik nog nooit eerder zag. De hemel kijkt op me neer en de donkere silhouetten van de bergen om me heen verraden een lang vergeten grootsheid. In de verte, in het dal, tuft één enkele auto voort. Een eenzame reiziger in de duisternis. Er bestaan geen afleidingen hier. De auto hobbelt door en een hond blaft. Kennelijk hoort of ruikt hij iets in de ingehouden ademende oerbossen achter me. Ik druk mijn peuk uit in de sneeuw en schuifel terug de berghelling op. Naar mijn tent waar het vuur behaaglijk knettert. Vuur ja. Geen verwarming. Ik heb daadwerkelijk mijn scoutingskills weer moeten opgraven om van blokken hout, krantenpapier en een zak kolen een intens verwarmend inferno te kunnen creëren. Ik wrijf in mijn handen en sla een boek open. Ik hoor niks. Het is even stil als het donker is.

Het was een vermoeiende dag, zeg ik tegen mezelf terwijl het geknetter van mijn zelfgefabriceerde kampvuurtje me in slaap sust. De hond slaat aan. Een beest huilt, ver in het bos. Misschien een wolf. Hier heeft de mens nog niet gewonnen. Hier zijn de sterren nog niet vervuld van toorn. Ik stond eerder die dag op een bergtop. Er lag sneeuw en de wind was guur. Een sluimerend oermensgevoel kwam boven. Een lang verloren gevoel van victorie dat jaren van grijze kantoormuren en monotoon flakkerende computerschermen vakkundig de kop in hebben weten te drukken.

Dit soort kampementen van traditioneel uitziende nomadententen wordt door Mongoolse stadsjongeren vaak gebruikt om een weekend keihard te zuipen. En hard zuipen, dat kunnen ze. Dat is genetisch ingebakken door het eeuwenlang rondtrekken over woeste steppen. Maar wodka tegen de kou is veranderd in wodka tegen de ellende. De hoofdstad herbergt inmiddels de helft van de totale bevolking van dit gigantische land. Maar veel plattelandsherders in de stad zonder dat er genoeg werk is betekent ellende. En armoede. En gigantische megastores. En dikke auto´s en karaokebars. En alcoholisme. Vechtpartijen. Zwerfhonden. En meer karaoke. Die karaoke is wel het ergste denk ik.

De moderniteit roept. Enorme reclameborden beloven gouden bergen. Slechte Koreaanse televisie druipt uit alle gaten en kieren. Goedkope namaak van westerse producten is te koop op straathoeken en in rommelige boetieks. De grondstoffenhandel gaat Mongolië een prachtige toekomst brengen, schreeuwt het reclamebord me toe. Het staat scheef in een hoopje half gesmolten sneeuw aan de rand van een binnenstedelijk getto. Voor de met een fles wodka in zijn hand in slaap gevallen nomade hoop ik echt dat het bord gelijk heeft. Hij hangt op een straathoek van een niet geasfalteerd steegje dat stinkt naar pis en brandende kolen en een modern uitziende boulevard waar verkeersregels niet lijken te gelden. Niemand weet wat er gaat gebeuren als die grondstoffen op zijn.

Dit is een stad vol herders. En de stad is er niet klaar voor. Maar iedereen wil graag een graantje meepikken van het leven dat de moderniteit belooft. Niemand kan nog ontsnappen. En niemand wil dat ook nog. Een Mongoolse jongen vertelt me dat hij best wel bang is dat de toekomst van zijn land wel eens op die van pakweg Nigeria zou kunnen gaan lijken. Een grondstoffenhel. Afgelegen, leeggeschept en vergeten. Maar dan kouder.

Toch gaat iedereen naar de stad. Het eeuwenoude nomadenleven definitief vaarwel zeggend. De kroegen van Peace Avenue zien er aantrekkelijk uit en de bouwprojecten in Ulaanbaator zijn legio. De roep van de moderniteit schalt over de uitgestrekte steppen en de nomaden luisteren. En ik kan ze geeneens ongelijk geven, denk ik als ik bibberend in mijn tent wakker wordt. Het vuur is uitgegaan. Centrale verwarming is een zegen.